Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Blog Post

Psalmendagboek Dag 25: Psalm 16:6-11

16/08/2023 Column

Gisteren hoorden we David (in wie we ook de stem van de Messias horen) spreken van het erfdeel dat hem was toegemeten. Hij vervolgt: ‘De meetsnoeren (waarmee zijn erfdeel was afgemeten; oftewel: het erfdeel zelf) zijn voor mij in liefelijke oorden gevallen; ja, ik heb een mooie erfenis gekregen’ (vs. 6) – dat is de Here zelf, én al de zegeningen die David c.q. de Messias in en door Hem ontvangen heeft. Dat maakt hem/Hem zo blij dat hij/Hij de Here begint te loven die hem/Hem raad heeft gegeven (hem/Hem de weg heeft gewezen) (vs. 7). Als hij/Hij ’s nachts op zijn bed ligt, beluistert hij/Hij in zijn eigen ‘nieren’ (vgl. 7:10) de stem van God. Zoals de ‘nieren’ goed en kwaad van elkaar scheiden, zo doet het onderwijs van God in onze ziel dat ook.

Ja, zegt David c.q. de Messias: ‘Ik heb de Here altijd vóór mij/Mij gesteld’, oftewel: bij alles wat ik/Ik zeg of doe, weet ik/Ik dat de Here mij/Mij ziet en hoort. Dat is niet dreigend bedoeld, maar juist als een heerlijke zekerheid: ‘… omdat Hij aan mijn rechterhand is (als mijn geleider), zal ik/Ik niet wankelen. Daarom is mijn hart blij, en mijn eer (dat is de ziel, die de glorie van de mens is; zie dezelfde parallel in Gen. 49:6) verheugt zich; mijn vlees (= lichaam) woont in veiligheid’ (vs. 8-9) (hart, ziel en lichaam bepalen de hele mens; vgl. 1 Thess. 5:23).

Vers 10 (zo belangrijk omdat het in Hand. 2:27,31 en 13:35-37 op Christus wordt toegepast) zegt: ‘U zult mijn ziel (= mijn leven) niet prijsgeven aan de Sje’ol (zie Dag 10) en uw vrome niet verderf (of: de groeve) laten zien’. Dat kan twee heel verschillende dingen betekenen: óf: ‘U zult ervoor zorgen dat ik voor dood en graf gespaard blijf’, óf: ‘U zult, als ik eenmaal in de Sje’ol ben, mij/Mij daar niet voor altijd achterlaten’. Het is duidelijk dat Petrus en Paulus (Hand. 2 en 13) de tweede uitleg voor ogen hadden – de opstanding van de Messias uit het graf – maar in de primaire uitleg van de Psalm denken we eerder aan de eerste uitleg (vgl. bijv. Ps. 49:10).

Ten slotte zegt David: ‘U maakt mij het pad van het leven bekend (in de Messiaanse toepassing is dit het opstandingsleven), verzadiging van vreugden is bij U te vinden (meer dan aardse geneugten ooit kunnen bieden); lieflijkheden zijn in uw rechterhand voor altijd’ (vs. 11).