Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Blog Post

Psalmendagboek Dag 23: Psalm 15

14/08/2023 Column

Wat een treffend contrast met de vorige Psalm! Dáár staan de goddelozen op de voorgrond, dít keer gaat het juist om de rechtvaardigen. Het belangrijkste kenmerk van de goddeloze is dat hij God veracht. Maar wat is het belangrijkste kenmerk van de rechtvaardige (Hebreeuws tsaddiq)? Dat is iemand die bij God in zijn ‘tent’ (verblijfplaats) mag verkeren, bij Hem mag wonen op zijn ‘heilige berg’ (Sion) (vs. 1; vgl. 27:4); of wijder: die de intieme omgang met de Here mag genieten (vgl. 25:14). Het is de man die wandelt in Gods Torah (vgl. 1:2; 19:8) en die zijn naaste liefheeft als zichzelf (Lev. 19:18; vgl. Matt. 7:12, ‘Alles wat u wilt dat u de mensen doen, doet u hun ook zo’, want dat is de inhoud van de hele Tenach!). 

Dit zijn de tien kenmerken (vijf positieve en vijf negatieve) van de rechtvaardige die David hier opsomt (vs. 2-5a; vgl. Jes. 33:14-15):

1) De tsaddiq gaat zijn weg in oprechtheid en jaagt het goede na (geheel volgens de richtlijnen van de Torah).

2) Hij spreekt waarheid in zijn hart (anders dan de ‘dubbelhartigen’ van Ps. 12:3; vgl. 51:8) (de echte tsaddiq is dus ook van binnen rechtvaardig; vgl. Matt. 23:27).

3) Hij spreekt geen kwaad met zijn tong (lasterpraat is een heel erge zonde; vgl. Matt. 15:19; Rom. 1:30; Ef. 4:31; Kol. 3:8; 2 Tim. 2:3; 1 Petr. 2:1).

4) Hij doet zijn naaste geen kwaad (benadeelt hem niet, bijv. in het zakendoen).

5) Hij neemt geen vals getuigenis aan tegen zijn naaste (hij is geen roddelaar).

6) Hij veracht wat aan het gedrag van een goddeloze verachtelijk is (hoe machtig of geliefd die persoon ook moge zijn).

7) Hij heeft respect voor hen die de Here vrezen (eren, dienen) (wat een aanwijzing is dat deze man ook zelf de Here vreest).

8) Hij houdt Zich aan zijn eden en beloften, ook als dat tot nadeel van hemzelf blijkt te zijn; hij komt er niet op terug.

9) Hij leent geen geld uit tegen (woeker)rente (vgl. Lev. 25:36-37; Deut. 23:20).

10) Hij neemt geen steekpenningen aan tegen de onschuldige (vgl. Ex. 18:21; 23:8; Deut. 16:19; 27:25); of breder: hij wijst alle corruptie (in politiek en rechtspraak) van de hand.

Samenvattend: de persoon die deze dingen doet, zal nooit wankelen (hij blijft overeind, tot in Gods oordeel aan toe) (vs. 5b).