Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Blog Post

Mijn Psalmendagboek: Verantwoording

22/07/2023 Column

In navolgende afleveringen (als het lukt, elke dag één) hoop ik mijn Psalmendagboek te publiceren, van Psalm 1 tot Psalm 150 (elke Psalm verdeeld over een of meer dagen), in de hoop dat de lezer daar lering uit mag trekken.

Het is opmerkelijk hoe omvangrijk het gedeelte van de Tenach (het Oude Testament) is dat dichterlijk van aard is: bijna een kwart. In moderne bijbelvertalingen wordt dit aangegeven door de desbetreffende passages ook meer in de vorm van dichtregels af te drukken. Maar liefst zes Tenachische boeken zijn geheel in dichtvorm geschreven: Job, Psalmen, Spreuken, Prediker, Hooglied en Klaagliederen. Daarnaast komen er in veel profetische boeken poëtische passages voor. Ze worden niet gekenmerkt door rijm of ritme, maar vooral door het zogenaamde ‘poëtische parallellisme’: steeds drukken twee opeenvolgende dichtregels een vergelijkbare gedachte uit. Dat gebeurt in het algemeen zodanig dat de tweede regel de eerste aanvult, of nader verklaart, of een tegenstelling met de eerste regel vormt.

Deze serie handelt over ‘liederen’ in de Bijbel. Die ‘liederen’ zijn in de eerste plaats de honderdvijftig Psalmen. Het woord ‘psalm’ komt uit het Grieks (psalmos) en betekent letterlijk ‘tokkel(lied)’, oftewel ‘lied met instrumentale begeleiding’ (het Hebreeuwse woord mizmoor, ‘psalm’, betekent hetzelfde). Het meest gebruikte Hebreeuwse woord voor psalmen is t’hillim (van de stam h-l-l, ‘loven’), dat zoveel als ‘lofzangen’ betekent. Daarnaast zijn er een aantal passages die uitdrukkelijk als ‘lied’ (Hebreeuws sjir [als werkwoord of als zelfstandig naamwoord] of sjirah) worden omschreven (Ex. 15:1-18; Num. 21:17-18; Deut. 31:19–32:44; Richt. 5; het Hooglied [etterlijk: Lied der liederen, Sjir haSjirim; Jes. 5:1-7; Jes. 26).

In de komende afleveringen (vanaf 23 juni) wil ik uitleg van de Psalmen bieden, maar op een eenvoudige, praktische wijze. Daarom is gekozen voor de vorm van het dagboek. Nog enkele praktische opmerkingen:

Naast vele klassieke christelijke commentaren heb ik graag gebruikgemaakt van het (joodse) Soncino-commentaar op de Psalmen, dat vooral opvalt door (a) de vele Schriftverwijzingen en (b) de vele citaten uit christelijke bronnen, maar ook uit oude rabbijnse geschriften.

Dit dagboek biedt nergens een letterlijke vertaling van de grondtekst; steeds gaat het om parafrases, om de zin van de oorspronkelijke tekst nader te verduidelijken.

De naam ‘Here’ in dit dagboek is steeds de weergave van de Hebreeuwse naam van God, JHWH. ‘Heer’ is het Hebreeuwse Adonai.

Enkele bijzondere termen (alfabetisch) die de lezer goed in zich moet opnemen:

Septuaginta: de antieke Griekse vertaling van de Tenach.

Sjechinah: de heerlijke tegenwoordigheid van God te midden van zijn volk.

Sje’ol: meestal het graf; soms: de onderwereld, het dodenrijk.

Targoem: de Aramese vertaling (veelal parafrase) van de Tenach.

Tenach: het Oude Testament.

Torah: de Wet van Mozes, of de hele Pentateuch.

Vulgata: de antieke Latijnse vertaling van de hele Bijbel.