Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Blog Post

Psalmendagboek Dag 1: Psalm 1:1-2

23/07/2023 Column

Psalm 1 en 2 vormen de inleiding van het eerste Psalmboek, maar ook van het héle boek der Psalmen: wie zijn de ware rechtvaardigen en wie zijn de ware goddelozen? De ‘rechtvaardige’ van Psalm 1 is ten diepste dezelfde persoon als de Koning van Psalm 2; maar de ‘rechtvaardigen’ (meervoud) zijn ook álle gelovigen die lijken op het beeld van Gods Zoon (Rom. 8:29-30).

Psalm 1 wijst de twee wegen die de individuele mens kan gaan: óf de weg van de goddeloze, óf de weg van de rechtvaardige (andere mensensoorten zijn er in wezen niet). Psalm 2 wijst de twee wegen die hele volken kunnen gaan: de Zoon van God aannemen en zich aan Hem onderwerpen óf de Zoon van God afwijzen (andere opties zijn er niet). Het eerste is het volk van God, het tweede omvat de volken van de goddeloze mensen.

Wat een prachtige start trouwens: je bent een gelukkig mens als je tot de categorie van de ‘rechtvaardigen’ mag behoren! Let op de dubbele climax in vers 1: het gaat van ‘wandelen’ naar ‘staan’, en van ‘staan’ naar ‘zitten’ (dus om steeds intiemere omgang); en het gaat van ‘goddelozen’ naar ‘zondaars’ (publieke wetsovertreders), en van ‘zondaars’ naar ‘spotters’. Dit is het eerste kenmerk van de ‘rechtvaardige’: hij houdt zich niet op bij de goddelozen, maar mijdt hun gezelschap. Hij voelt zich niet erg thuis in enig gezelschap waarin God niet de eerste plaats inneemt.

Het positieve kenmerk van de ‘rechtvaardige’ is dit: zijn grote vreugde is gelegen in de overpeinzing van de Torah van de Here, de God van Israël (vgl. Joz. 1:8); in ruimere zin is dat de hele Tenach (en voor christenen de hele Bijbel) (vs. 2). Dat is een van de grote verschillen met de goddelozen: die bekommeren zich niet om God en zijn torah (letterlijk ‘onderwijs’). De rechtvaardige overpeinst de Torah om, ten eerste, daardoor beter de Here zelf te leren kennen (die het hart van de Torah vormt) en, ten tweede, daardoor beter te leren wat voor levensweg de Here van hem verwacht. Vreugde hebben in de Torah is vreugde hebben in de Here zelf, en vervolgens in de weg die de Here wenst dat de rechtvaardige gaat. Let op de volgorde in Ezra 7:10: bestudeer eerst de Torah, vervolgens: breng die Torah in praktijk, en ten slotte volgt pas: onderwijs de Torah! De ware leraar van de Torah is altijd eerst zelf leerling van de Torah geweest.