Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Blog Post

231 De bedenkelijke brief van vijf PKN-dominees aan de Palestijnen

20/05/2021 Column

Onder de christen-Palestijnen bestaan diverse theologen die de vervangingstheologie aanhangen en van de staat Israël niets willen weten, zoals Yohana Katanacho en Naim Ateek. Ook is er het Sabeel Instituut voor Palestijnse bevrijdingstheologie en het Kairos-document van 2009, waarin het standpunt van deze theologen wordt verwoord. Sindsdien bestaat er ook in Nederland een theologenclub die zich tooit met de naam Kairos-Sabeel. Op 12 mei publiceerden vijf PKN-dominees – in alfabetische volgorde: Hans Baart, Bram Grandia, Jan den Hertog, Harmen Jansen en Willemien Keuning – een brief gericht aan ‘het Palestijnse volk’. Daarin schrijven zij onder andere:

‘Als kerk willen wij uw volk ons excuus aanbieden. Eeuwenlang heeft uw volk in het land dat wij “het land van Bijbel” noemen onder diverse regimes geleefd. U heeft ernstig geleden onder de beslissing van de grote westerse mogendheden in de vorige eeuw om uw land ter beschikking te stellen aan het Joodse volk, vervolgens onder de steun aan uw gewelddadige verdrijving. De staat Israël is door de kersverse VN erkend onder volkerenrechtelijke garanties voor uw volk. Maar in de afgelopen decennia zijn nog andere delen van uw land bezet en zelfs ingelijfd, werd uw bevolking gediscrimineerd, verjaagd en van levensbronnen afgesneden. Uw volk is nu versnipperd, verdeeld en verstrooid.’

Het is schokkend te zien hoe weinig in deze passage historisch correct is. Ik beperk me tot enkele punten (voor de uitwerking daarvan zie mijn omvangrijke boek Het Israël van God):

1. Er bestaat helemaal niet zoiets als een ‘Palestijns volk’ dat al ‘eeuwenlang’ in het Heilige Land gewoond zou hebben. De voorouders van een groot deel van de tegenwoordige ‘Palestijnen’ woonden pakweg 120 jaar geleden niet eens in het land en waren voor een groot deel niet eens van Arabische afkomst. En die Arabischsprekende mensen die er wel woonden, hebben zichzelf nooit beschouwd als een zelfstandige etnische eenheid (‘het Palestijnse volk’). Heel anders is het met de Joodse natie, die al meer dan drieduizend jaar een etnische eenheid is (zij het met allerlei etnische vermengingen), die in het Heilige Land vele eeuwen gewoond heeft, zij het dat zij naderhand grotendeels verstrooid is over de wereld. Het ‘Palestijnse volk’ is een propagandistische uitvinding van Yasser Arafat. Als je alle Arabischsprekende mensen in Palestina bij elkaar optelt, krijg je nog echt geen ‘etnische eenheid’, die ook nog eens eeuwen oud zou zijn.

2. Het Heilige Land was nooit ‘uw’ land (d.i. land van ‘de’ Palestijnen). Dit was ten eerste vanwege al die regimes die de vijf dominees noemen en die over ‘Palestina’ geregeerd hebben; er heeft helemaal nooit zoiets als een Palestijnse staat of zelfstandig Palestijns land bestaan. Ten tweede was Palestina nooit uitsluitend ‘van de Arabieren’, en wel vanwege het aanzienlijke aantal Joden die in diezelfde ‘eeuwen’ eveneens in het land woonden en zelfs eveneens ‘Palestijnen’ genoemd werden. Een ‘Palestijn’ is een inwoner van Palestina, of hij/zij nu van Joodse, Arabische, Griekse, Turkse of Armeense enz. herkomst is.

3. Het is niet waar dat ‘grote westerse mogendheden’ land dat van de ‘Palestijnen’ was, aan het Joodse volk ‘ter beschikking gesteld’ hebben. Ten eerste waren het niet deze mogendheden, maar de meerderheid van de Verenigde Naties die dat deed. Ten tweede kochten de sterk in aantal toenemende Joodse immigranten land in ‘Palestina’, land dat sindsdien hun wettig toebehoorde. Ten derde: vanwege de toenemende spanningen tussen de sterk groeiende Joodse en Arabische bevolkingen ontwierpen de Verenigde Naties een plan, niet om land van Palestijnen ‘ter beschikking te stellen’ van Joden, maar om het hele land zo eerlijk mogelijk onder de twee bevolkingsgroepen te verdelen. De Joden aanvaardden dat plan, maar de Palestijnen deden dat niet, omdat zij het hele land wilden, zoals ze vandaag nóg willen.

4. Het is niet waar dat in latere decennia Joden ‘uw’ (Palestijnse) land ‘bezet’ hebben. De West Bank heeft helemaal nooit aan de Palestijnse Arabieren toebehoord, wel aan de Joden (zij het lang geleden). Het is vóór 1967 ‘bezet’ geweest door achtereenvolgens de Turken, de Britten en de Jordaniërs, en ik heb nog nooit een theoloog daarover zijn beklag horen doen, ook al werden de Arabische inwoners toen eveneens onderdrukt. Geen eerlijk ‘volkenrecht’ kan ooit vaststellen dat de Palestijnse Arabieren meer ‘recht’ hebben op Judea en Samaria dan bijvoorbeeld de Joden.

5. Zijn het de Palestijnse Arabieren die ‘verdrukt’ worden door de Israëli’s? Worden zij niet verdrukt door hun eigen corrupte en ondemocratische leiders? En ‘verdrukken’ zij de Joden niet met hun terroristische acties, waarin zij opzettelijk burgers doden (wat de Israëli’s in principe nooit doen)? En als de Palestijnen ‘verjaagd’ en ‘verstrooid’ werden, hebben hun Arabische moslimbroeders in de buurlanden niet hetzelfde gedaan met de Joden in hun midden, die al eeuwenlang onder hen gewoond hadden? Waarom net doen alsof de Joden de slechteriken zijn en de Arabieren slechts arme slachtoffers? Lang vóór de stichting van de staat Israël werden de Arabische inwoners door hun leiders al opgestookt om zoveel mogelijk Joden te vermoorden. De leiders blijven roepen dat de ‘Zionisten’ vernietigd moeten worden – iets wat de Joden nooit gezegd hebben van de ‘Palestijnen’.

Nu heb ik pas één alinea van de brief van de vijf dominees geanalyseerd. Dat lijkt me voldoende om aan te duiden wat voor soort (onhistorische) brief het is. Nogmaals: deze en vele andere punten worden in mijn genoemde boek zeer uitvoerig uitgewerkt.

Toch nog iets uit het slot van de brief: ‘We hebben Palestijnse christenen onvoldoende erkend als nazaten van de eerste volgelingen van Jezus’. Hier komt de romantiserende geschiedbeschouwing van de vijf dominees duidelijk tot uiting. De eerste volgelingen van Jezus in ‘Palestina’ waren… Messiasbelijdende Joden! Misschien stammen de Arabischsprekende christenen in het Heilige Land (mede) van deze Joden af, en verder van… Ghassanidische Arabieren (oorspronkelijk uit Jemen), maar ook van Romeinen, Byzantijnen en kruisvaarders.

Ter afsluiting merk ik op hoe triest het is wanneer christenleiders, zoals deze vijf dominees, de Palestijnen (die bijna allemaal moslims zijn, die heel Palestina voor Allah claimen) ‘broeders en zusters’ noemen, terwijl de Joden deze benaming toch heel wat meer verdienen dan de islamitische Arabieren. ‘Het heil is uit de Joden’ (Joh. 4:22), niet uit de moslims.