Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Blog Post

179 Tien theologische dwalingen van dit moment

10/06/2020 Column

Dit wordt een ‘riskante’ column, waar ik misschien nogal wat reacties op zal krijgen. Zoveel dat ik nergens op in zal gaan, zeg ik nu alvast. Dat is ook niet nodig, want ik verbeeld me dat ik ze in mijn 13-delige Dogmatische Reeks allemaal voldoende weerlegd heb, direct of indirect. Dus voordat je een boze reactie pleegt, kijk eerst eens in die dertien delen… 🙂

Hieronder vind je wat ik vandaag de tien meest gangbare theologische ‘dwalingen’ zou willen noemen die je volgens mij in christelijk Nederland vandaag de dag kunt tegenkomen. Ze zijn onderling zéér verschillend, zowel van aard als van ernst. In hoeverre het ook ‘ketterijen’ zijn van zodanig kwalijke geest dat je moet betwijfelen of de aanhangers wel behouden kunnen worden, moet de lezer zelf maar uitmaken. De meeste aanhangers zou ik wel degelijk als christenen willen beschouwen, hoezeer ze er (naar mijn bescheiden mening) op bepaalde punten ook naast zitten.

Ik geef de opsomming in alfabetische volgorde:

1) Alverzoening. De leer dat alle mensen uiteindelijk behouden worden, hoe goddeloos ze op aarde ook geweest zijn. Volgens sommigen moeten de goddelozen wel eerst een tijd in de hel doorbrengen, volgens anderen is dat niet nodig. Uiteindelijk krijgen ze allemaal deel aan de eeuwige gelukzaligheid. Een typisch voorbeeld van wishful thinking: men wil graag dat het zo is (want men kan zich niet voorstellen dat God…), en dus is het ook zo.

2) Bekering. De leer dat, ondanks de talloze dringende oproepen van God om je te bekeren, de mens zichzelf niet kan bekeren en dus volstrekt passief moet afwachten totdat hij door God bekeerd wordt. De precaire bijbelse verhouding tussen de soevereiniteit van God en de verantwoordelijkheid van de mens wordt hier volledig scheefgetrokken in de richting van het eerste.

3) Besnijdenis. De leer dat mannen uit de heidenwereld die tot geloof in Jezus Christus komen, zich moeten laten besnijden. Immers, zo redeneert men, de besnijdenis bestaat al van vóór de Wet van Sinaï en geldt voor alle fysieke én geestelijke nakomelingen van Abraham. Het helpt niet of je op Galatenbrief wijst; de Galaten lieten zich gewoon om de verkeerde redenen besnijden, beweert men.

4) Genezing. De leer dat Jezus op het kruis alle ziekten van de gelovigen heeft ‘gedragen’ (uitgewist), zodat geen enkele gelovige meer ziek hoeft te worden (als je dan toch ziek wordt, moet er wel iets heel ernstigs met jou aan de hand zijn, bijv. zonde of ongeloof). Het helpt niet of je op zieke gelovigen in het Nieuwe Testament wijst. Deze leer is een consequentie van een misverstaan van één enkele tekst: Jesaja 53:4.

5) Homoseksualiteit. De leer die huwelijken c.q. seksuele relaties tussen homofiele personen van hetzelfde geslacht goedpraat. Een ander voorbeeld van wishful thinking: men wil graag dat het zo is (want men kan zich niet voorstellen dat God…), en dus is het ook zo. Het helpt niet om op Rom. 1:24-27 of 1 Kor. 6:10 te wijzen. Men vergeet dat broederlijke acceptatie van de homofiele naaste niet automatisch acceptatie van onbijbelse praktijken inhoudt.

6) Perfectionisme. De leer dat een gelovige door de kracht van de Heilige Geest hier op aarde al een staat van zondeloosheid kan bereiken. Dit valt alleen te ‘verdedigen’ als je een heel lage opvatting van zonde hebt (bijv. het opkomen van zondige gedachten niet meerekent) of een groot gebrek aan zelfkennis. Veel mensen hebben een goed geweten doordat zij een slecht geheugen hebben…

7) Preterisme. De leer dat alle bijbelse profetieën, inclusief die betreffende de wederkomst van Christus, al vervuld zijn rond het jaar 70 n.C. (de val van Jeruzalem). Er valt dus geen wederkomst en geen opstanding te verwachten! (Het ‘partiële’ preterisme is de leer dat alle profetieën in 70 vervuld zijn, behalve die betreffende de wederkomst van Christus, de opstanding van de doden en het laatste oordeel; ik heb het slechts over het ‘volle’ preterisme.) De grond voor deze leer is een volstrekt misverstaan van vooral Matt. 24.

8) Ultradispensationalisme. De leer dat de ‘bedeling van de Gemeente als het lichaam van Christus’ pas begint na Hand. 28, dus nadat Israëls verwerping van zijn Messias compleet was; alle gewoonten en brieven uit die overgangstijd zijn voor christenen niet van toepassing, zoals doop, avondmaal, de Geestesgaven, de genezingsbediening. Alleen de brieven van ná Hand. 28, vooral Ef. en Kol., zijn voor de Gemeente maatgevend.

9) Vernietigingsleer (annihiliationisme). De leer dat de goddelozen niet een eeuwige, bewuste kwelling tegemoet gaan, maar uiteindelijk door God vernietigd worden (dus zullen ophouden te bestaan). Ook dit is weer een voorbeeld van wishful thinking, nu voor degenen voor wie de alverzoeningsleer ál te gortig is: men wil graag dat het zo is (want men kan zich niet voorstellen dat God…), en dus is het ook zo. Enig gegoochel met de Griekse grondtekst – wat verreweg de meeste christenen niet kunnen beoordelen – moet deze dwaling voor de massa aannemelijk maken.

10) Zondenbelijdenis. De leer dat, omdat Jezus op het kruis alle zonden van de gelovigen heeft uitgewist, een gelovige, als hij zondigt, die zonden niet hoeft te ‘belijden’, want ze zijn al vergeven zelfs voordat ze begaan zijn. Het antwoord is natuurlijk 1 Joh. 1:9 en Jak. 5:16, maar deze teksten worden effectief weggewerkt. Het hele standpunt is gebaseerd op een verwarring tussen onze positie als eens en voor altijd gerechtvaardigd in Christus en onze praktijk als kind van de Vader. Zonden verstoren niet onze christelijke positie, maar wel onze gemeenschap met de Vader.

Als ik lang zou nadenken, zou ik misschien nog wel meer kunnen noemen. Maar dit lijkt me wel voldoende. Misschien kun je je van sommige dwalingen niet voorstellen dat ze echt in Nederland voorkomen, maar ik verzeker je dat het zo is….