Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Blog Post

294 De toekomst van Israël

22/11/2024 Column

Nu de oorlog in het Midden-Oosten zo in de belangstelling staat, zijn we des te meer geïnteresseerd in de toekomst van Israël, zoals God die in zijn Woord heeft beschreven.

(a) De toekomst van het volk Israël: uiteindelijk zullen alle Joden (voor zover zij op grond van hun geloof toegang zullen krijgen tot het Messiaanse rijk) uit de volkenwereld worden teruggebracht naar het land Israël. Als ik Jesaja 66:18b-20 goed lees, zullen de laatste Joden pas naar het land Israël terugkeren als de Messias al is teruggekomen. Niet-Joden brengen de nog niet teruggekeerde Joden als een ‘offer’ naar Sion (vgl. Zef. 3:10; Rom. 15:16) met alle denkbare vervoermiddelen (vgl. Jes. 60:8, waar misschien op vliegtuigen wordt gezinspeeld): naar Gods ‘heilige berg’ in Jeruzalem (de tempelberg! zie onder). Zoveel vrome Joden, die het Oude Testament zo goed kennen, bevinden zich toch altijd nog in New York, in Amsterdam, of waar dan ook. In Numeri 33:53 vinden we het bevel voor iedere Jood om in het Land te wonen! Dat blijft ook geldig in de Diaspora; vergelijk dit opmerkelijke woord (2 Kron. 36:23): ‘wie onder jullie is er van al zijn volk (…) laat hij optrekken (Hebr. v’ja‘al, verwant met het woord ‘alijah, d.i. de terugkeer van het Heilige Land)’. Als de Jood kanmoet hij altijd weer terug naar het land Israël; dat is een gebod. Het is zelfs het gebod waarmee het hele Oude Testament afsluit.

(b) De toekomst van de staat Israël vóór de wederkomst van de Messias. Het belangrijkste dat we daarvan moeten vermelden, is het optreden van een ‘valse herder’, een regeerder die de massa van het volk zal misleiden (zie o.a. Zach. 11). In de eindtijd (zie vs. 6) worden de bewoners van het land (niet: de aarde!) door God overgegeven aan elkaar én aan hun ‘koning’; dit leidt tot de ‘grote verdrukking’ in Israël (Jer. 30:7; Dan. 12:1). Sommigen denken hier aan de Antichrist; anderen denken bij deze naam eerder aan het hoofd van het herstelde Romeinse Rijk (de westerse wereldmacht) in de eindtijd. Dan zullen velen in Israël leren roepen om de ware Leider: dat zal de Messias zijn (in Zach. 11 is dat de goede herder). De massa van de Joden zal achter de valse leider aanlopen, maar velen zullen de nieuwe Leider leren vereren (er zijn in de staat Israël nu al zo’n 20.000 ‘Messiasbelijdende’, d.i. Jezusbelijdende, Joden!).

(c) De staat Israël op het moment van de verschijning van de Messias. Dat moment zal in eerste instantie een dieptepunt in de geschiedenis van de staat Israël zijn: de vijandige machten (Rusland en Iran voorop, als we Ezech. 38 – over Gog en Magog – goed verstaan!) zullen zo opgedrongen zijn dat zij zelfs rechtstreeks de stad Jeruzalem bedreigen en er grote verwoestingen aanrichten (zie bijv. Joël 3:2; Zach. 14:1-2). Dan zullen de getrouwen in Israël schreeuwen om de Messias. Dat deden zij in het jaar 70 n.C. ook, toen de tempel al brandde – maar de Messias kwam niet. Straks komt Hij wél: zie de komende God-mens in zowel Zach. 14:1-5 (neerdalen op de Olijfberg) als in Dan. 7:13-14 (neerdalen uit de hemel). Dan zal Hij zich aan zijn volk bekendmaken, zoals Jozef zich eens aan zijn broers had bekendgemaakt (Gen. 47). Dan zullen alle Joden eindelijk weten dat Jezus hun Messias is.

(d) De staat Israël tijdens het Messiaanse rijk (als wij de Bijbel tenminste ernstig nemen, en niet alle profetieën weg-vergeestelijken, zoals ‘vervangingstheologen’ doen): 

* De Koning der koningen (Openb. 19:16) zal zitten op de troon van David, die Hem lang geleden al beloofd was (Luk. 1:32; Jes. 9:6); dat is geen troon in de hemel, maar nog altijd in Jeruzalem.

* Christus’ Kerk zal met verheerlijkte lichamen samen met Hem verschijnen (Fil. 3:20-21; Kol. 3:4; 1 Thess. 3:13; Openb. 19:14) en vervolgens delen in de wereldregering van Christus (Luk. 19:11-27; 2 Tim. 2:12; Openb. 20:4,6).

* Heel het geredde volk Israël zal weer wonen in het Beloofde Land, volgens de grenzen die al in Ezech. 48 zijn bepaald, terwijl tegelijk Groot-Israël zich zal uitstrekken van de Beek van Egypte (Wadi El-Arisj) tot aan de rivier de Eufraat (Gen. 15:18; vgl. Jes. 27:2; 1 Kon. 4:21).

* Jeruzalem (niet Washington, Moskou of Bejing) zal de hoofdstad van de staat Israël, ja, van de hele wereld zijn, want daar zal de heerlijkheid van de Heere opnieuw wonen (Ezech. 43:1-5).

* Op de berg Sion, vlak bij Jeruzalem, zal de nieuwe tempel gebouwd worden (Zach. 6:12; Ezech. 40-44). De volken die zijn toegelaten tot het Messiaanse rijk (Matt. 25:11-47), zullen daarheen optrekken om de Heere te dienen (Zach. 14 e.a.).

* Israël zat zitten ‘ieder onder zijn wijnstok en onder zijn vijgenboom’ (Mich. 4:4), in rust en vrede, zonder ooit nog opgeschrikt te worden. Oorlog zal er niet meer zijn (Jes. 2:4).

* Volmaakt zal het toch nog niet zijn – de Messiaanse eeuw is nog niet de hemel en de aarde. De Heer zal elke dag gericht oefenen over al zijn tegenstanders (Ps. 101:8; Jes. 65:20; Zef. 3:5).

* Openb. 19-21 geeft de chronologische volgorde: in Openb. 19 de wederkomst van Christus, in Openb. 20 het duizendjarig vrederijk, en Openb. 21 beschrijft iets van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Of er dán nog sprake zal zijn van een afzonderlijk volk Israël, wordt nergens vermeld en is voor mij de vraag: er is alleen maar sprake van ‘mensen’ in het algemeen: ‘Zie, de tabernakel van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen zijn, <hun God>. En Hij zal elke traan van hun ogen afwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschrei, noch pijn zal er meer zijn, <want> de eerste dingen zijn voorbijgegaan’ (Openb. 21:3-5).

N.B. Op 22 november a.s. hoop ik de derde lezing in Waddinxveen te houden: over de toekomst van Israël.