Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Blog Post

223 Hebben de Urkse en Krimpense GerGemmers al die kritiek verdiend?

27/03/2021 Column

Veel mensen maken te weinig onderscheid tussen ‘begrip hebben voor’ en ‘het eens zijn met’. Zo heb ik begrip voor mensen die genoeg hebben van alle coronamaatregelen, maar ik ben het er niet mee eens dat zij die maatregelen vervolgens aan hun laars lappen. Overal horen we mensen roepen: ‘Ik ben het spuugzat’ of: ‘Ik ben helemaal klaar met corona’. Ik heb er alle begrip voor. Maar door de maatregelen steeds meer te gaan negeren, worden er des te meer mensen besmet en gaat de crisis alleen maar langer duren. En dat is juist niet de bedoeling.

Ook in kerken en gemeenten zien we datzelfde gevoel van: ‘Het heeft nu lang genoeg geduurd’. Ik heb daar begrip voor, maar het is toch fout. Aan de ene kant: ook ik heb intussen al vele zondagen gepreekt voor een camera, met een paar zangers en technici als enige gehoor. En zelfs als het er dertig of vijftig zijn (van een gemeente van pakweg 300 of 700 leden), is dat fijn, maar voel je je elke zondag toch nog ongelukkig. Je zou zo graag weer een volle kerk vóór je willen zien.

Nu is het met de kerken wel een apart geval. Veel mensen denken dat het hier net zoiets is als met theaters of concertzalen. Die moeten ook dicht, dus waarom de kerken niet? Daar zijn twee antwoorden op te geven. Ten eerste: vanaf het begin van de Nederlandse staat heeft de vrijheid van godsdienst een belangrijke plaats ingenomen, en daar zijn we blij mee. Dat betekent dat de overheid wel theaters en concertzalen kan sluiten, maar niet kerken. Ze kan de kerken alleen maar dringende adviezen geven, zoals: niet meer dan dertig mensen toelaten. Dat advies heeft een dubbel nut: laten kerkmensen mee helpen om de verspreiding van het coronavirus zo veel mogelijk tegen te gaan, én laten ze, door het goede voorbeeld te geven, niet de woede van niet-kerkmensen op zich laden; dat zou de reputatie van het christendom geen goed doen.

Er is nog een tweede praktisch verschil tussen theaters en kerken. In een theater of concertzaal kan het je geen zier schelen welke mensen er nog meer in de zaal zitten; je bent alleen geïnteresseerd in wat er op het podium gebeurt. Maar in een kerk is dat totaal anders. De mensen in een plaatselijke kerk of gemeente vormen een gemeenschap van mensen die bepaalde geloofsopvattingen delen en zich sterk met elkaar verbonden voelen. Daarom is het wel jammer dat de theaters en concertzalen dicht zijn, maar dat de kerken – zij het vrijwillig – óók (grotendeels) dicht zijn, is nog veel erger. Dat komt doordat hier bij elke sluiting of beperking een gemeenschap ruw wordt verbroken.

Daarom heb ik er begrip voor dat de Sionkerk op Urk, en ook de GerGem in Krimpen a/d IJssel, hebben besloten weer alle gemeenteleden ’s zondags in het kerkgebouw toe te laten. En toch ben ik ervan overtuigd dat de kerkenraden dit op dit moment nog niet hadden moeten besluiten. En wel om deze redenen:

(a) Deze GerGemmers moeten niet wijzer willen zijn dan de medische experts en de autoriteiten in dit land. Zij citeren graag bijbelteksten (zie onder), maar Romeinen 13 staat ook in hun bijbels. Daar wordt niet gesproken over ‘gehoorzaamheid’ (de overheid ‘ge-‘ of ‘verbiedt’ de kerken immers niets), maar wel van ‘onderdanigheid’ (in modernere taal: een zich schikken naar de overheid). Dat doen deze GerGemmers bepaald niet.

(b) Deze GerGemmers moeten zich niet alleen bekommeren om de eigen geloofsgemeenschap (hoe belangrijk die ook is), maar ook om andere mensen: door nu zo massaal samen te komen, zal het virus zich onder hen krachtiger verspreiden, en daarmee zullen ook mensen búíten de kerkgemeenschap besmet worden. Deze GerGemmers verwaarloozen daarmee hun verantwoordelijkheid naar de samenleving.

(c) Er is nog een andere reden waarom deze GerGemmers zich moeten bekommeren om de buitenstaanders. De reputatie van sommige veel te volle kerken, vooral aan de rechterzijde van de bevindelijk-gereformeerde gezindte, heeft ‘de vijanden des Heeren grotelijks doen lasteren’ (2 Sam. 12:14). Dat zegt niet alleen iets over die vijanden, maar ook over deze GerGemmers.

(d) Natuurlijk verschuilen deze GerGemmers zich achter Hebr. 10:25, waar de Hebreeuwse gelovigen worden opgeroepen om hun onderlinge bijeenkomsten niet te verwaarlozen. Van die tekst is al heel wat misbruik gemaakt om kerkleden te dwingen naar de kerkdienst te komen. Wie de tekst in z’n verband beziet, weet dat het daar gaat om het gevaar dat de Hebreeuwse gelovigen liepen om vanwege de vervolgingen door hun vroegere geloofsgenoten dan maar weer terug te keren naar de synagoge. Het gaat helemaal niet om een gebod voor gewone gemeenteleden om vooral geen kerkdienst te verzuimen. Je gaat ook niet naar de kerk als je ernstig ziek bent. En zo ga je soms ook niet naar de kerk als je daar serieus gevaar loopt ernstig ziek te worden.

(e) Ten slotte: het is in deze GerGemmers te prijzen dat zij zich zorgen maken om het geestelijk welzijn van hun gemeenteleden. Maar het is toch niet zo dat dat geestelijk welzijn vooral gewaarborgd wordt door volle kerkdiensten? Waarom niet samenkomen op verschillende plaatsen in kleinere groepen van dertig? Waarom niet de pastorale zorg aan de gemeenteleden verdubbelen? Waarom jongeren en kinderen niet afzonderlijk bij elkaar brengen? Ik weet wel dat dat allemaal niet past in de ideeën over kerkzijn in de GerGem. Maar dan zit dáár dus de kneep: het geestelijk welzijn van de gemeenteleden wordt hoofdzakelijk gewaarborgd door de dominee en de preek. Als deze GerGemmers wat minder starre en wat meer creatieve opvattingen hadden over gemeentelijk functioneren, zouden zij nu niet naar dit paardenmiddel van de volle kerkdienst gegrepen hebben. Ondoordacht, onverstandig. Helaas.

Laatste bericht: misschien komt de Urkse Sionkerk toch nog op tijd tot bezinning!?