Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Blog Post

209 Hoe christelijke eenheid ná de Reformatie op gang kwam

07/01/2021 Column

Op 31 oktober, de dag van de Reformatie, herdenken we de grootste van alle scheidingen binnen de westerse christelijke kerk. Maar een week later, 7 november, is het de naamdag van Willibrord, de “apostel van de Lage Landen”, toen het “Niceaanse” christendom dat hier gesticht werd, nog een eenheid was (al zwierven er wel ergens Arianen rond). Daarom wordt Willibrords naamdag ook wel aangeduid als de “dag van de oecumene”. Ik ben van harte een kind van de Reformatie, maar ik ben ook hartelijk voorstander van kerkelijke eenheid op basis van de Geloofsbelijdenis van Nicea, dus ook met (oprecht gelovende en meelevende) rooms-katholieken, lutheranen, calvinisten, anglicanen en evangelicalen.

Over “oecumene” gesproken: heb jij enig idee, lezer, wanneer na de Reformatie in Nederland weer de oecumene op gang kwam? Ik bedoel een stuk concrete eenheid van katholieken en protestanten. Ik zal het je vertellen, maar ik heb even een omwegje nodig.

In de Nederlanden was de Reformatie vooral een zaak van de westelijke en noordelijke gewesten. In plaatsen als ’s-Hertogenbosch heeft het rooms-katholicisme veel uitdrukkelijker stand weten te houden (zie mijn recente boek Om het ware geloof). Uit de oude tijd, toen er nog nauwelijks van Reformatie sprake was, noem ik mijn voorvader Wouter Henricksz. van der Rullen, die in 1509-1519 wordt vermeld als een van kerkmeesters van de St. Janskathedraal. Daarnaast was hij apotheker op de Markt van ’s-Hertogenbosch; hij woonde in ‘De Groenenborch’, thans Markt 7, later ‘De Zwaan’ geheten, ongetwijfeld met een uithangbord waarop een zwaan stond afgebeeld. In 1498/99 wordt zijn huis vermeld als plaats van samenkomst voor de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap, georganiseerd door een zekere ‘Jheronimus van Aken’, die niemand minder dan de beroemde schilder Jeroen Bosch was.

Tussen 1460 en 1530 kende deze Broederschap een bloeiperiode, waarin zich jaarlijks honderden buitenleden aanmeldden. Deze nieuwe leden kwamen niet alleen uit ’s-Hertogenbosch, maar ook van elders; zo meldden zich de Bourgondische hertogen, zoals Filips de Schone, en later kwamen er met keizer Karel V veel Spanjaarden naar de Nederlanden, onder wie hoge ambtenaren, die zich eveneens bij de nobele broederschap voegden. Een heel belangrijke reden om lid te worden waren de aflaten waar de broederschap voor zorgde, waardoor je louteringstijd in het vagevuur verkort kon worden… Als je maar betaalde.

Door deze groei beschikte de broederschap over steeds meer geld, dat onder andere gebruikt werd voor het bestellen van grote kunstwerken. Omstreeks 1480 betrok de broederschap een eigen pand aan de Hinthamerstraat in ’s-Hertogenbosch. Dat heet nog altijd het Zwanenbroedershuis. Een theorie is dat de broederschap zo heet omdat rijke leden haar altijd zwanen schonken om tijdens de grote banketten genuttigd te worden.

Tegen het eind van de Middeleeuwen was de Zwanenbroederschap een instelling die wij nu een sociëteit zouden noemen, zij het nog steeds met een sterk religieuze inslag. Die Illustre Lieve Vrouwe Broederschap, die dateerde uit 1318, was zeer vermaard; mijn voorouders Marcelis Hack en zijn vrouw Elisabeth van Beest uit het plaatsje Alem (aan se Maas) waren er in 1466 al ‘buitenlid’ van. En wat veel belangrijker is: ook de jongere prins Willem van Oranje, zolang hij nog katholiek was, was een ‘Zwanenbroeder’. Hij koos later voor het calvinisme en trad toen uit de broederschap; maar op religieus terrein bleef hij altijd zeer tolerant (helaas in tegenstelling tot vele fanatieke calvinische predikanten). Helaas, de tijd van de ontluikende oecumene heeft de prins niet mogen meemaken…

In 1629 veroverde zijn jongste zoon, prins Frederik Hendrik, de stad op de Spanjaarden, maar de katholieke Bosschenaren ervoeren dat eerder als een bezetting dan als een bevrijding. Immers, er werd een eind gemaakt aan de vele kloosters die de stad bezat, en alle kerkgebouwen werden opgeëist door het handjevol protestanten! En vooral: wat moest er nu gebeuren met de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap, waartoe velen van de notabelen in de stad behoorden? De broederschap verbieden zou tot opstand onder de bevolking leiden! Handhaven kon ‘natuurlijk’ ook niet, vonden de anti-Mariagezinde protestanten. En de broederschap overnemen ging ook niet. De Zwanenbroeders en de protestantse ‘bezetters’ hebben maar liefst twaalf jaar over het probleem gedelibereerd! Ik zou er een prijsvraag van kunnen maken: welke oplossing is uiteindelijk gevonden?

In 1641 waren ze er eindelijk uit: de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap moest een oecumenische broederschap worden, die bestond uit precies achttien katholieke en precies achttien protestantse Zwanenbroeders (de Lieve Vrouwe Maria verdween naar de achtergrond). Dit was de eerste oecumenische gemeenschap in Nederland, voor zover ik weet! Inderdaad nogal pragmatisch; uit de nood geboren. En toch: een wonderbaarlijke nieuwigheid! Ik zou trouwens in die begintijd wel eens om de hoek hebben willen kijken bij hun vergaderingen: wat moesten die zesendertig broeders, die elkaar nauwelijks het licht in de ogen gunden, in vredesnaam met elkaar bespreken?

En nu het bijzondere: de broederschap bestaat nog steeds, in precies dezelfde oecumenische samenstelling: achttien katholieke en achttien protestantse broeders (geen dames), die vandaag de dag elkaar voortreffelijk verstaan. In 2018 bestond de broederschap zevenhonderd jaar! Het zijn nog steeds allemaal personen die vooraanstaande maatschappelijke posities innemen; veel leden zijn van adel. En sinds koning Willem II zijn er ook altijd bijzondere koninklijke leden geweest: koningin Wilhelmina en prins Hendrik, koningin Juliana en prins Bernhard, koningin Beatrix, prinses Irene en koning Willem-Alexander.

Volgens haar website draagt de broederschap ‘zorg voor haar eeuwenoude materiële en immateriële cultureel erfgoed, bevordert de onderlinge christelijke saamhorigheid en de broederlijke band, en houdt daarbij steeds oog voor de ontwikkelingen en problemen in de moderne tijd’. Van de zomer hebben Gerdien en ik een groepsrondleiding meegemaakt in het Zwanenbroederschapshuis aan de Hinthamerstraat, en daar hebben we er veel over geleerd. Bijzonder boeiend! Een hartelijk aanbevolen museumbezoek! Tijdig aanmelden, want de groepen zijn klein.