Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Blog Post

198 God of de duivel?

30/10/2020 Column

Weet jij wat het verband is tussen Wittenberg (in Duitsland) en Waardenburg (in de Betuwe)? Ik zal het je meteen vertellen: de grote magiër doctor Faust heeft volgens de legenden zowel in Wittenberg als op kasteel Waardenburg gewoond. Als je het kasteel bezoekt, worden je nog bloedvlekken getoond die van Faust afkomstig zouden zijn, en wel van zijn duivelse praktijken… Gelukkig hebben die weinig blijvende schade aangericht: Waardenburg is een degelijk bevindelijk-gereformeerd dorp.

Over vlekken gesproken: op de Wartburg, een burcht in de vroegere DDR in de buurt van Bachs geboorteplaats Eisenach, heb ik de inktvlekken gezien die ontstaan zouden zijn toen Luther zijn inktpot naar de duivel gooide, omdat die hem bij zijn bijbelvertaalwerk stoorde. Duivelse bloedvlekken op de Waardenburg, anti-duivelse inktvlekken op de Wartburg. De namen van de twee burchten lijken zelfs op elkaar…

In de zomertijd denken wij nog wel eens terug aan de jaren waarin Gerdien en ik met onze vier kinderen in een caravan door de toenmalige DDR trokken om daar de ca. veertig gemeenten te bezoeken waarmee onze Nederlandse gemeenten in verbinding stonden. De eerste keer was in 1978; de jongste was toen drie. We gingen voor drie weken, verbleven op drie verschillende campings, en in die tijd heb ik 22 keer gepreekt… Intussen hadden we gelukkig ook tijd om het land te bezien – niet alleen het (toenmalige) communistische heden, maar ook het kerkelijke verleden. Zo hebben we meermalen Wittenberg bezocht, dat de officiële naam Lutherstadt Wittenberg droeg. Geen wonder: op 31 oktober 1517 had Maarten Luther daar aan de deur van de slotkapel zijn 95 stellingen aangeslagen, die uiteindelijk de hele (christelijke) wereld op haar kop zouden zetten. Dat heet de Hervorming (die we over drie dagen herdenken).

Al wandelend door Wittenberg liep ik ook langs een huis waar een bord hing met de woorden: ‘Hier leefde dr. Faustus 1480–1540’, maar daar interesseerde me toen minder. Ik was te zeer gebiologeerd door doctor Luther om oog te hebben voor doctor Faustus. En dat terwijl die twee toch zo’n uiterst boeiende tegenstelling vormen. In zekere zin vertegenwoordigen zij de twee werelden waarin wij nog steeds leven: de wereld van God en die van de duivel. Jarenlang hebben Luther en Faust in dezelfde tijd in Wittenberg gewoond. Zelfs hun levensjaren komen aardig overeen (Luther 1483–1546, Faust 1480 [of 1466?]–ca. 1540). In zo’n klein stadje hebben ze elkaar ongetwijfeld gekend. De een bedreef er de theologie, de ander de magie. Of ze wel eens met elkaar gepraat hebben, weten we helaas niet.

Probleem is wel dat we over Luther heel wat meer historisch betrouwbare gegevens hebben dan over Faust (trouwens, zelfs dat verhaal van die 95 aangeslagen stellingen wordt tegenwoordig in twijfel getrokken…). Wat we over Faust (menen te) weten, komt vooral van het toneelstuk van de Engelsman Christopher Marlowe (gepubliceerd rond 1592, ruim een halve eeuw na Fausts dood). Ruim tweehonderd jaar later schreef de Duitser Johann Wolfgang von Goethe zijn nog veel beroemdere toneelstuk Faust. In dit laatste werk is Faust al helemaal het product van Goethes eigen literaire fantasie geworden en is Faust de Renaissance-mens bij uitstek.

In zekere zin was Luther dat trouwens ook. Iemand die voor de Rijksdag te Worms durft te zeggen: ‘Al zouden alle pausen en concilies zus zeggen en ik lees in de Bijbel zo, dan houd ik mij aan de Bijbel’ – zo iemand is een typische Renaissance-mens, die voor zichzelf durft te denken en van gangbare meningen durft af te wijken. Dat komt doordat de Renaissance in zekere zin het individu had ontdekt (of herontdekt), en daarmee ook de individuele keuzevrijheid. Luther gebruikte die vrijheid en verantwoordelijkheid om God te dienen; Faust gebruikte die om de duivel te dienen.

Tussen twee haakjes: beiden hebben een grote plaats in de muziekgeschiedenis verworven: Luther door de vele religieuze composities die op Lutherse teksten zijn gebaseerd (denk alleen al aan de cantates van Johann Sebastian Bach), en Faust door werken als de Faust-ouverture van Richard Wagner, de Szenen uit Goethes Faust van Robert Schumann, de Faustsymfonie van Franz Liszt en vooral deze twee topwerken: de opera La Damnation de Faust (‘De verdoemenis van Faust’) van Hector Berlioz en de Achtste Symfonie (Symphonie der Tausend) van Gustav Mahler (tweede deel). Van beide kan ik geen genoeg krijgen.

We kijken sedert de negentiende eeuw toch vooral naar Faust zoals Goethe hem getekend heeft. Dat is een Faust die zich verdiept heeft in alle wetenschap van de wereld, maar zich ervan bewust is dat hij het ware weten toch eigenlijk niet bezit. Als hij op Paasmorgen langs een kerk loopt, hoort hij de kerkgangers zingen: ‘Christus is opgestaan’. Luther zou meteen uitgeroepen hebben dat hier de sleutel tot het ware weten ligt. Maar Faust zegt: ‘Ik hoor die boodschap wel, maar ik kan er niets meer mee.’ Daarop verschijnt meteen de duivel ten tonele (‘Mephistopheles’). Want als je God de rug toekeert, is het enige alternatief de duivel, en die is er als de kippen bij om de leiding van je leven over te nemen. Er zijn geen tussenopties. Wie voor de opgestane Christus kiest, beërft de eeuwige gelukzaligheid. Maar wie (bewust of onbewust) voor de duivel kiest, wordt door deze naar het eeuwig verderf gesleept. Luther koos voor Christus, en heeft duizenden mensen als het ware in zijn kielzog meegenomen. Faust koos voor de duivel, en heeft eveneens duizenden mensen in zijn kielzog meegenomen, om te beginnen een reine, jonge vrouw, Gretchen. Het is ontroerend te zien en te horen hoe Goethe in zijn Faust (tweede deel, postuum gepubliceerd) Gretchen uiteindelijk deel laat krijgen aan het eeuwig heil in Christus. Dat is een van de redenen om steeds weer naar Mahlers weergave daarvan te luisteren…