Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Blog Post

235 Moet Samuël Boujadi opgewekt worden uit de dood?

20/07/2021 Column

Echt, ik bewonder het geloof van Jack Schreudering en Daniël van Deutekom. Het is een geloof dat met liefde gepaard gaat. Ze houden van Samuël Boujadi, en ze geloven dat, als zij diens lichaam zullen vinden, God van hen vraagt dat zij voor zijn opwekking zullen bidden. Maar of dit geloof en deze liefde ook met wijsheid gepaard gaan…? Niet alle geloof is wijs, en niet alle liefde is wijs.

‘Als God iemand uit de dood kan opwekken, dan is het Samuël wel’, zegt Van Deutekom. Hoezo? Waarom Samuël wel, en al die duizenden dienstknechten en -maagden van de Heer niet, die in de afgelopen 2000 jaar zijn gestorven – vaak als martelaren – en niet zijn opgewekt uit de dood? ‘Verdienden’ die dat minder dan Samuël? Als gedurende de Middeleeuwen iemand het ‘verdiende’ opgewekt te worden, dan was het wel Franciscus van Assisi, die al met 44 jaar overleed. Calvijn overleed al met 55, en die andere hervormer, Zwingli, al met 47. De schrijvers van de Heidelbergse Catechismus, Ursinus en Olevianus, overleden al op 48- resp. 50-jarige leeftijd. De grote opwekkingsprediker Jonathan Edwards is maar 54 geworden. Al die mannen hadden nog zo machtig gebruikt kunnen worden als ze langer hadden mogen leven. Waarom Samuël wel, en deze en vele andere mannen én vrouwen niet?

Of werden deze genoemde personen niet opgewekt omdat er niet voor hun opwekking gebeden werd? Maar waar lezen we in het Nieuwe Testament dat we moeten bidden voor de opwekking van onze gestorvenen? Of bepáálde gestorvenen? De enige tekst die steeds weer wordt aangehaald, en die ook in het ND-interview voorkomt, is Mattheüs 10:8, waar Jezus de apostelen opdraagt: ‘Wekt doden op’. Van Deutekom noemt dat ‘een gebod van Jezus aan zijn volgelingen’. Dat is onnauwkeurig: het was een gebod aan zijn twaalf discipelen. Niet alles wat Jezus aan zijn discipelen gebood, gebood Hij aan al zijn volgelingen. In Markus 16:17-18 vinden we een belofte van Jezus die mijns inziens in principe voor alle gelovigen geldt. Daar staat wél de genezing van zieken bij, maar níét de opwekking van doden, evenmin als bijvoorbeeld het lopen op water (zoals niet alleen Jezus, maar ook Petrus deed) of het vermenigvuldigen van broden. Die zijn wel mogelijk, ook vandaag – waarom niet? – maar ze horen niet tot het ‘gangbare repertoire’. Het ‘wekt de doden op’ in Mattheüs 10:8 hoort evenmin tot het ‘gangbare repertoire’. Het zijn de kersjes op de pudding. Het is dan ook opvallend dat wel in de Evangeliën verteld wordt dat de discipelen van Jezus zieken hebben genezen en demonen hebben uitgedreven, maar nergens dat zij inderdaad doden hebben opgewekt.

Van Deutekom maakt nog een tweede denkfout. ‘Wekt doden op’ is heel wat anders dan bidden voor de opwekking van bepaalde doden! In alle drie dodenopwekkingen die Jezus verrichtte, bad Hij niet voor de opwekking van de dode, maar Hij sprak de dode gebiedend toe (Luk. 7:14; 8:54; Joh. 11:43). Dat is heel wat anders! In Handelingen vinden we nóg een dodenopwekking, namelijk van Dorkas (9:40). Petrus sprak hier wel een inleidend gebed (net als Jezus in Joh. 11:41-42), maar op het moment suprême sprak hij de dode eveneens gebiedend toe: ‘Tabitha, sta op!’ Er komen nóg twee vergelijkbare voorvallen voor, maar hier is het niet helemaal duidelijk of het echt om sterfgevallen ging (14:19-20 en 20:9-10). In ieder geval werd ook hier niet gebeden om het herstel c.q. de opwekking. De enige keer dat het om een dergelijk gebed om opwekking ging, vinden we in het Oude Testament, en wel in het geval van Elia in Sarfath (1 Koningen 17:20-22). Maar ten eerste kun je hier moeilijk van een algemeen gebod van Jezus spreken, en ten tweede was Elia niet zomaar een willekeurige gelovige, maar een van de grootste Godsmannen uit het Oude Testament, één die zelfs met Mozes en Jezus verscheen op de berg der verheerlijking.

Kortom: er is in de Bijbel helemaal geen algemeen gebod op doden op te wekken, en zeker niet een gebod dat voor alle gelovigen zonder onderscheid bedoeld zou zijn. En er is al helemaal geen gebod om te bidden voor de opwekking van bepaalde gestorvenen.

Maar dat betekent natuurlijk niet dat wij Schreuderink en Van Deutekom zouden afraden te bidden voor de opwekking van Samuël Boujadi. Als zij het lichaam zullen vinden – dat dan al behoorlijk in staat van ontbinding zal verkeren – laten zij dan vooral hun hart volgen. Er moeten in de voorbije tijd vaker wonderbaarlijke dodenopwekkingen hebben plaatsgevonden, al is het verdraaid lastig een voorbeeld te vinden dat volkomen overtuigend, met medische rapporten, gedocumenteerd is. We willen immers wel gelovig, maar niet ‘goedgelovig’ zijn. De Heer ziet uit naar gelovige volgelingen, maar niet naar mensen die álles voor zoete koek slikken. Zoals die man die ooit tegen mij zei dat hij vast geloofde dat de walvis Jona had ingeslikt, en, voegde hij eraan toe, als de Bijbel gezegd had dat Jona de walvis had ingeslikt, zou hij het óók geloofd hebben… Ik kan me moeilijk voorstellen dat de Heer erg blij is met zulke ‘goedgelovige’ mensen. Vandaar dat ik zeg: ik geloof dat ook vandaag nog doden kunnen worden opgelegd, maar voordat ik dat in een concreet geval aanneem, wil ik wel goede documentatie zien.Nogmaals, laten we Schreuderink en Van Deutekom vooral niet ontmoedigen. Laat ze bidden! Alleen, als ze ons willen wijsmaken dat dat moet omdat het in Mattheüs 10:8 staat, vinden ze alle echte bijbelleraars op hun pad. Ik spreek de uitleg van de twee broeders glashard tegen. Dat is bij mij niet een gebrek aan geloof, maar een verlangen naar fatsoenlijke bijbeluitleg – niet naar buiksprekers, die de Bijbel alles kunnen laten zeggen wat ze willen.