Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Blog Post

Vrijheid: een christelijk-conservatief ideaal of een stok om mee te slaan?

21/01/2021 Column

(Politieke) vrijheid, dat is vrijheid van meningsuiting, vrijheid van religie en ideologie, vrijheid om de regering te kiezen die je wilt. Dat vrijheidsideaal vind je in alle beschaafde landen in de wereld – maar is het altijd zo zuiver? Vooral politiek ‘rechts’ heeft het graag over ‘vrijheid’, soms tot in de namen van partijen aan toe: ‘Volkspartij voor Vrijheid en Democratie’ (VVD), ‘Partij voor de Vrijheid’ (PVV).

Voor rechtse Amerikanen is de term ‘vrijheid’ nog veel belangrijker dan voor rechtse Europeanen. De genoemde vrijheden zijn voor hen niet voldoende. In de afgelopen weken zagen we via de Amerikaanse media heel wat Amerikanen die beweerden dat ze zouden vechten voor hun ‘vrijheid’. Dat is opmerkelijk. Als ze gezegd hadden: ‘Ik wil vechten omdat in dit land op grote schaal geknoeid wordt met de verkiezingen’, dan had ik dat begrepen (ook al is er helemaal geen bewijs voor die stelling). Maar opkomen voor je vrijheid? Wat hebben de verovering van het Capitol op 6 januari jl. en de onlusten van de afgelopen tijd met ‘vrijheid’ te maken? En denk erom: de meeste Amerikanen die dit roepen, noemen zich tevens christenen, en dus zijn hun argumenten voor ons allemaal zeer belangwekkend.

Neem bijvoorbeeld deze stellingen:

1) ‘De overheden moeten zich zo min mogelijk met mijn vrijheid inlaten; dus: zo min mogelijk regeltjes (ik maak zelf wel uit hoe ik mijn leven inricht) en zo min mogelijk belastingen (zeker niet belastingcenten die naar de zwakken en armen gaan; als ik vind dat die geholpen moeten worden – en dat vind ik als christen natuurlijk, althans in sommige gevallen – dan doe ik dat zelf wel, of mijn kerk doet het)’.

2) ‘Tot die regeltjes behoort bijvoorbeeld de plicht om tijdens de coronacrisis een mondkapje te dragen. Dat is een aantasting van mijn vrijheid! Ik maak zelf wel uit of en waar en wanneer ik een mondkapje draag, en mijn kerk maakt zelf wel uit met hoeveel mensen wij bij elkaar komen, al of niet met mondkapjes. Daar moet de overheid zich helemaal niet mee bemoeien. Wij kunnen heus zelf wel inschatten hoe gevaarlijk het coronavirus is’.

3) ‘Het gaat vooral ook om regels op zakelijk en economisch terrein. Het behoort tot de American Dream dat elke Amerikaan miljonair kan worden, als je maar hard genoeg werkt, en daarbij zo min mogelijk door de overheid in de wielen gereden wordt met wetten en regels, inkomstenbelasting en vermogensbelasting’.

4) Tot de gewenste vrijheid behoort in Amerika bovenal de vrijheid om een wapen te dragen. Dat kunnen wij ons in Europa niet voorstellen: in principe mogen ‘bij ons’ alleen militairen, politiemensen en sommige jagers wapens dragen. Maar in rechts Amerika is het bijna een cultuurprincipe: elke Amerikaan moet de vrijheid hebben wapens te dragen om zijn eigen vrijheid te kunnen verdedigen. De ongeregeldheden van de afgelopen dagen en weken hebben aangetoond dat dit ook kan betekenen: je individuele vrijheid verdedigen tegenover de overheid. Het recht op een wapen betekent daarom ook principieel: het recht op rebellie als de overheid mij te na komt. Dit betekent niet dat alle rechtse Amerikanen zo ver zouden willen gaan als sommige rebellen de afgelopen weken deden (moord, roofzucht, vernielzucht), maar in principe zijn ze het met elkaar eens: je hebt het ‘recht’ (of ‘plicht’) je vrijheid, en die van je gezin, te verdedigen, zelfs tegenover de overheid, als die in jouw ogen over de schreef gaat.

Nu is dat begrip ‘vrijheid’ nogal ingewikkeld. Denk bijvoorbeeld aan het liberalisme, een woord dat is afgeleid van het Latijnse woord liber, dat ‘vrij” betekent; dus: een ideologie die ‘vrijheid’ vooropzet. Ook in Amerika heb je het ‘liberalisme’, maar dat is niet het (extreem-)rechtse denken waarover ik het zojuist had. Integendeel, de ‘liberalen’ zijn in Amerika juist de linkse mensen. Dat zijn de mensen die pleiten voor de vrijheid van de zwangere vrouw om zelf vóór of tegen abortus te kiezen, de vrijheid om zelf te kiezen of je met iemand van het andere of juist van het gelijke geslacht wilt trouwen, en dergelijke. Dezelfde rechtse Amerikanen die woedend zijn als de overheid hun ‘vrijheid’ bedreigt, zijn even fel in het misgunnen van bepaalde vrijheden aan andere mensen.

Het gaat me nu niet om de vraag of abortus en homohuwelijk ethisch aanvaardbaar zijn. Het gaat me nu puur om dat begrip ‘vrijheid’. De rechtse Amerikaan verdedigt zijn ‘vrijheid’, desnoods met de wapens, desnoods door mensen te doden. En even vurig is hij ervoor om andere mensen hún bepaalde vrijheden te ontzeggen. Ik schreef al eerder dat de Amerikaanse politiek a-christelijk is, dus je kunt in het parlementaire debat principieel nooit abortus of homohuwelijk afwijzen op bijbelse gronden (zie weer mijn boek The World Is Christ’s). Maar de individuele Amerikanen doen dat onder elkaar natuurlijk wel. Iemand doodschieten die jouw vrijheid bedreigt, mag wel – ‘moet’ soms zelfs – maar andere mensen bepaalde vrije keuzes laten mag volgens hun Bijbel niet.

Daarbij komt dat veel rechtse Amerikanen white supremacists zijn, d.w.z. overtuigd zijn van de superioriteit van het witte ras, en dus de rechten van Afro-Americans (‘zwarten’) en Native Americans (‘Indianen’) zoveel mogelijk zouden willen beperken. Praktisch alle radicalen die op 6 januari het Capitol overvielen, waren wit! En één man droeg zelfs een ‘Confederate’ vlag: die van de zuidelijke staten die tijdens de Burgeroorlog de zwarte slavernij verdedigden. En één man droeg een trui met het opschrift ‘Camp Auschwitz’ en een doodskop – want onder de rechts-radicalen komen ook veel neo-Nazi’s voor. Deze symbolen vermengden zich tot ons afgrijzen met christelijke symbolen: er waren houten kruisen te zien, shirts met ‘Jesus’ erop, groepen biddende mensen die tegelijk bezig waren met crimineel gedrag. Christendom vermengd met extreem-rechtse idealen, racisme, antisemitisme en de bereidheid tot geweld. Angstaanjagend.