Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Blog Post

245 Waarom ik tegen de anticoronapaspetitie ben

10/02/2022 Column

Wat jammer dat het nu net Mona Keijzer is die het initiatief tot een petitie tegen de coronapas heeft genomen. In de zomer van 2021 is zij als staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat op min of meer staande voet ontslagen, weliswaar ‘op de meest eervolle wijze’, maar intussen had ze wel een doodzonde begaan. Ze had zich namelijk openlijk gekeerd tegen het beleid van het kabinet waarvan zij zelf deel uitmaakte. Zoiets is niet alleen erf onfatsoenlijk, maar het is ook tegen het reglement van orde dat in 1850 is vastgelegd voor de ministerraad; men noemt dit het ‘homogeniteitsbeginsel’. Dat betekent: de regering spreekt altijd met één mond. Is een minister of staatssecretaris het principieel niet eens met een besluit van de ministerraad, dan moet hij/zij uit zichzelf vertrekken of door de minister-president ontslagen worden.

Nu Mona Keijzer haar zonde in dit opzicht niet beleden heeft, maar wel de initiatiefnemer van de petitie is, zou ik alleen al om die reden niet tekenen.

Er is nog een tweede reden waarom ik niet zou tekenen. En dat is dat gegoochel met begrippen als ‘grondrechten’ en ‘vrijheid’. De tekst van de petitie is uiterst kort, maar het woord ‘vrijheid’ komt er maar liefst drie keer in voor. Bij demonstraties tegen de coronamaatregelen zie je dat woord ook vele malen op borden en spandoeken. Dat verbaast mij, want mijns inziens zit daar een simpele drogreden achter. Wij leven gelukkig in een land waar er vrijheid van meningsuiting en vrijheid van godsdienst is. Dat is een groot goed. Maar vrijheid is nooit onbeperkt. Ik ben niet vrij om zelf te bepalen hoeveel belasting ik wil betalen of hoe hard ik op een bepaalde weg wil rijden. Ik ben niet vrij om ’s morgens om 6 uur in de muren van mijn appartement te boren. Het Nederlanderschap kent naast vele rechten ook vele plichten, en strikt genomen beperken die allemaal mijn vrijheid. Ik moetaltijd een identiteitsbewijs bij mij hebben. Ik moet stoppen voor een rood verkeerslicht. Ik moet btw betalen. Ik moet rechts voorrang verlenen.

Vrijheid is altijd genormeerd. Dat betekent: mijn vrijheid mag nooit ten koste gaan van de vrijheid van een ander. Zo simpel is het. Maar in een tijd van volstrekt doorgeslagen individualisme is dit voor mensen blijkbaar moeilijk te begrijpen. Ik, ik, ik wil vrij zijn, en niemand mag mijn vrijheid in de weg zitten. De overheid al helemaal niet.

In werkelijkheid is vrijheid altijd beperkt, omdat ik geen andere mensen mag schaden. Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat, als er een gevaarlijke epidemie heerst, ieder van ons zo goed mogelijk tegen besmetting beschermd moet worden – en dat beperkt onvermijdelijk mijn vrijheid. Ik moet afstand houden van anderen, want ik zou besmet kunnen zijn en ik mag niet het risico nemen anderen te besmetten. Als ik naar een tropisch land reis, dan moet ik het gele vaccinatieboekje hebben waaruit blijkt dat ik de inentingen heb ontvangen die door het desbetreffende land vereist worden. En als aangetoond zou kunnen worden dat de coronapas een bijzonder effectief middel is om de Covid-epidemie te bestrijden, dan zouden wij daar, hoe vervelend zo’n pas ook is, allemaal hartelijk vóór moeten zijn – ter bescherming van ons allemaal.

Maar in dit laatste zit ’m nu juist de kneep. Verscheidene specialisten, inclusief een onderzoek van de Technische Universiteit Delft, hebben intussen al duidelijk gemaakt dat de coronapas helemaal niet zo’n effectief middel is. Je kunt een coronapas hebben en nu juist sinds een dag of wat of sinds vandaag besmet zijn; dan mag je het restaurant in, en daar kun je (onbedoeld) ik weet niet hoeveel personen infecteren. De niet-gevaccineerde persoon die niet besmet is, mag niet naar binnen, maar de persoon met de coronapas die (zonder het te weten) besmet is, mag wel naar binnen. Dan kun je nog beter een 1G-beleid hebben, waarbij alleen personen (gevaccineerd of niet) met een negatief testbewijs naar binnen mogen. Maar (a) in die test hebben veel mensen helemaal geen zin, en dus keldert het bezoek aan horeca en theaters weer, (b) of ze willen die test dan wel laten doen, maar de GGD-capaciteit is veel te gering, of (c) je moet zo lang wachten op de testuitslag dat de lust om gezellig samen uit eten te gaan allang weer verdwenen is.

Dus dan maar liever ook geen 1G-beleid. Met andere woorden: gooi dan alles maar weer gewoon open. Uiteindelijk zul je immers toch moeten kiezen uit twee (of drie, of vier) kwaden, hoe vervelend dat ook is. Dat is wat er nu bijvoorbeeld in Denemarken en het Verenigd Koninkrijk gebeurt: het ‘oude normaal’ is terug. 

Kijk, als we nu een petitie hadden waarin niet over ‘vrijheid’ en ‘grondrechten’ wordt gepraat, maar over de betrekkelijke zinloosheid van de coronapas, dan deed ik graag mee. ‘Opkomen voor grondrechten is een vorm van christelijke naastenliefde’, zegt Mona Keijzer. Maar dat lijkt me een tamelijk holle kreet. Nog even, en ze zegt dat het invoeren van een coronapas ‘onchristelijk’ is. Nog even, en we zien weer de opgeheven vingers van de profeten die ons dringend waarschuwen dat de politiek ons een ‘controlemaatschappij’ wil opleggen.

Hou het simpel, mensen. Ik ben vóór afschaffing van de coronapas, niet uit ‘naastenliefde’ – want die heeft er niets mee te maken – maar omdat die pas een heel vervelende en tamelijk nutteloze maatregel is. Ik ben tegen de coronapas, niet vanwege geschonden ‘grondrechten’ of aangetaste ‘vrijheid’, want dat is allemaal kretologie om de volksmassa te bespelen. Nee, die pas is nauwelijks nuttig. Schaf hem af. Maar doe het met de juiste motieven.

Kan iemand dáár niet een petitie over beginnen? Dan zal ik een van de eersten zijn om die te ondertekenen.