Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Blog Post

Psalmendagboek Dag 31: Psalm 18:30-40

25/08/2023 Column

David vervolgt: ‘Want met U (of door uw [kracht]) loop ik op een bende af (zoals tegen de Amalekieten, 1 Sam. 30:8), en met mijn God spring ik over een muur (zoals tegen de Jebusieten, 2 Sam. 5:6-8). God geeft kracht om de grootste hindernissen te nemen. En dan heel algemeen: ‘Wat God betreft, zijn weg is volmaakt (oftewel: zijn doen is altijd juist; vgl. Deut. 32:4); de uitspraak van de Heer is getoetst (d.w.z. zijn voorzeggingen zijn altijd juist gebleken); Hij is een schild voor allen die bij Hem schuilen (zich onder dat schild verbergen). Want wie is God behalve de Here (JHWH)? (Alle andere zogenaamde goden zijn valse goden, afgoden.) En wie is een rots behalve onze God? (Bij geen enkele andere zogenaamde god kun je veilig schuilen.) Hij is de God die mij met kracht heeft omgord (zoals de strijder zich vóór de strijd omgordt) en die mijn weg recht (letterlijk: volmaakt, zonder oneffenheden) heeft gemaakt’ (vs. 30-33). Let op het verband hier: God maakt de weg van de rechtvaardige net zo ‘volmaakt’ als zijn eigen weg volmaakt is (vs. 31).

‘(Hij is de God die) mijn voeten maakt als die van de hinden (dus even kwiek en licht), en stelt mij veilig op mijn hoogten (waar ik net zo overheen huppel als de hinden over de heuvels; vgl. Hab. 3:19). Hij oefent mijn handen tot de strijd (144:1), zodat mijn armen (zelfs) een bronzen boog kunnen buigen (een beeld van uitzonderlijke Simsonskracht). U hebt mij het schild van uw verlossing gegeven (waaronder ik mij kan verbergen) en uw rechterhand houdt mij overeind (dus wie kan mij neerslaan?). Ja, uw vriendelijkheid (letterlijk nederigheid) heeft mij groot gemaakt’ (vs. 34-36). Dit is een wel heel bijzondere uitspraak: God die Zich ‘vernedert’ (door uit zijn hoogte neer te dalen) om mensen ‘groot’ te maken (vgl. 113:5-9)!

‘U hebt ruim baan gemaakt voor mijn voetstappen onder mij (nu U mij uit de klem bevrijd hebt, kan ik mij weer vrij bewegen), en mijn voeten zijn niet uitgegleden (wat in mijn strijd met mijn tegenstanders heel riskant zou zijn). Ik achtervolgde mijn vijanden en haalde hen in, en ik keerde niet terug totdat ik hen vernietigd had (vgl. Ex. 15:9). Ik doorstak hen, zodat zij niet weer konden opstaan; zij vielen onder mijn voeten. Want U hebt mij omgord met kracht voor de strijd (zie vs. 33), U liet hen die tegen mij in opstand komen, onder mij neerzinken’ (vs. 37-40).