Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Blog Post

256 Wat is de ware bijbelse verzoeningsleer?

23/02/2023 Column

In 2018 schokte Reinier Sonneveld veel orthodoxe gelovigen met zijn boek Het vergeten evangelie, waarin hij een pleidooi hield voor de aloude christelijke verzoeningsleer die omschreven wordt met de term Christus Victor, ‘Christus Overwinnaar’, en wel Overwinnaar over de Godvijandige machten: zonde, dood en duivel. Deze leer was al verdedigd door zeer bekende orthodoxe kerkvaders als Irenaeus, Athanasius en Augustinus. In de elfde eeuw bracht Anselmus een (toentertijd) nieuwe benadering naar voren, die bekend staat als ‘verzoening door voldoening’. Met name doordat Calvijn deze lijn ging volgen, werd dit dé bekende verzoeningsleer in het protestantisme. Maar in de 20e eeuw kwam er ook weer nieuwe belangstelling voor de Christus Victor-benadering, bijvoorbeeld in charismatische kring.

Recent werd de discussie tussen de twee benaderingen aangezwengeld door een werk van enkele GerGem-predikanten (G. Clements, J.M.D. de Heer, A. Schreuder): Verzoening door voldoening, dat zich o.a. scherp tegen het boek van Sonneveld richt. Sonneveld heeft grote moeite met de ‘verzoening door voldoening’-benadering, en de GerGem-predikanten hebben grote moeite met de ‘Christus-Overwinnaar’-benadering. Ze erkennen wel dat Christus op het kruis de machten heeft overwonnen (dat staat gewoon in de Bijbel: Kol. 2:15; Hebr. 2:14v.), maar ze leggen liever alle nadruk op de schuld van de zondaar, op de toorn van God die de zonde moet bestraffen, en op Jezus die plaatsvervangend de straf voor ons heeft gedragen.

Wie heeft er nu gelijk? In alle bescheidenheid wil ik zeggen dat beide partijen in hun eenzijdigheid ongelijk hebben. Ik vind het jammer dat Sonneveld zo gemakkelijk de ‘verzoening door voldoening’-leer aan de kant schuift. Die leer gaat immers in haar essentie terug op de Bijbel, vanaf de offerleer in de Torah tot de Hebreeënbrief, die laat zien hoe die offerdienst geheel vervuld is in Christus en zijn offer. Deze offerleer is van wezenlijk belang; daarin gaat het om de zondaar, om de straf die hij verdiend heeft, een straf waarvan de gelovigen mogen weten dat Christus die voor hen op het kruis heeft ondergaan, waardoor zij voor eeuwig behouden zijn. Dit heb ik alles uitvoerig beschreven in mijn dogmatische werk Het zoenoffer van God.

Maar dat wil niet zeggen dat de calvinistische verzoeningsleer zo vlekkeloos is. Deze wordt o.a. nogal bedorven door de leer van de placatio, de idee van het ‘tot bedaren brengen’ van de ‘woedende God’. Je vindt die leer bij Calvijn, in de Dordtse Leerregels en in de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Deze leer is geheel onbijbels. De Bijbel zegt nooit dat God een vijand van de mens is (de mens is wel een vijand van God!), of dat God met de mens verzoend moet worden (de mens moet wel met Gód verzoend worden!), of dat de toorn van God door het offer tot bedaren gebracht moest worden. Dat kán ook niet: het is immers God Zelf die in zijn liefde het initiatief tot het zoenoffer heeft genomen. God werd niet tot liefde jegens ons bewogen door het offer van Christus; veeleer was dit offer de diepste uiting van Gods eigen liefde jegens een verloren mensheid (zie in mijn genoemde boek § 9.2).

Nog in een tweede opzicht is de calvinistische verzoeningsleer nogal onbevredigend. Luther was het al die beweerde dat de ‘rechtvaardiging uit geloof’ de meest centrale boodschap van het Nieuwe Testament zou zijn, en dat heb ik ook bij diverse gereformeerde theologen gevonden. Maar de ‘rechtvaardiging uit geloof’ is helemaal niet de meest centrale boodschap van het Nieuwe Testament; dat is veeleer de boodschap van het koninkrijk Gods (als dat koninkrijk – een hemels koninkrijk op aarde – tenminste goed begrepen wordt). De ‘rechtvaardiging uit geloof’ is een centraal thema in de brieven aan de Romeinen en de Galaten, maar het koninkrijk Gods is een centraal thema in nagenoeg alle boeken van het Nieuwe Testament (zie daarover uitvoerig mijn dogmatische werk Het verbond en het koninkrijk van God).

Hier komt nu juist de benadering van Sonneveld om de hoek kijken. In zijn boek Het vergeten evangelie schuift hij de ‘verzoening door voldoening’ helaas te gemakkelijk aan de kant, maar hij heeft in ieder geval oog voor het feit dat door Christus’ overwinning over Satan het koninkrijk van God in deze wereld is begonnen door te breken (vgl. Matt. 12:25-28). Daarom is de calvinistische verzoeningsleer een incompleet evangelie. Het is van fundamenteel belang dat Christus op het kruis onze zonden heeft gedragen, waardoor God ons uit geloof rechtvaardig kan verklaren. Maar deze rechtvaardiging was nooit het doel; het is ‘slechts’ een middel’. Daarmee bagatelliseer is de rechtvaardigmaking niet, maar ik stel slechts de eenzijdigheid van de calvinistische verzoeningsleer aan de kaak. Het evangelie vertelt ons niet alleen (negatief) hoe wij van zonde en Satan bevrijd kunnen worden, maar vooral ook waartoe wij bevrijd worden: tot discipelschap, tot de navolging van Christus, oftewel tot het koninkrijk Gods (om hier van de eeuwige heerlijkheid even te zwijgen). In de Formulieren van Enigheid zijn dit zwaar onderbelichte thema’s, terwijl zij nu juist het hart van het christenleven vormen.Samenvattend: Sonneveld heeft bij het bouwen van zijn theologisch huis helaas de fundamenten afgeschaft. Maar bij de ‘klassieke’ gereformeerden zie ik wel de fundamenten, maar waar is het huis dat erop behoort te staan? Gaat het echt allemaal om zonde en verzoening? Of is dat maar de start? Christendom gaat toch niet alleen om de vraag hoe je een christen wordt, maar toch ook hoe een christen leeft als volgeling van Christus? Bij Sonneveld horen we te weinig over zonde en verzoening – maar bij de ‘klassieke’ gereformeerden horen we te weinig over discipelschap en het koninkrijk Gods. En vooral bij de bevindelijk-gereformeerden horen we heel veel over het ‘ik ellendig mens’ (Rom. 7:24), maar veel te weinig over het ‘door Hem [die de Overwinnaar is] zijn wij ook meer dan overwinnaars’ (Rom. 8:37).