Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Blog Post

244 Hebben alle voorganger sterke benen?

06/01/2022 Column

Soms zou ik wel eens willen dat ik ‘refogelisch’ was, en dus kon genieten van de voordelen van zowel de traditionele kerken als de evangelische gemeenten. De voordelen van de traditionele kerken zijn hun (gewoonlijk) degelijke theologische opleidingen en hun degelijke kerkelijke organisatie. De theologische vorming van evangelische voorgangers is vaak belabberd en hun kerkelijke organisatie vaak bijna nihil. Maar de voordelen van de evangelischen zijn hun vrije en spontane liturgie, moderne zang en eigentijdse muziek, wat hun samenkomsten zoveel aangenamer maakt. 

Helaas, refogelische gemeenten bestaan nagenoeg niet. En dus zit je óf met de nadelen van de traditionele kerken (vaak stijve, strak-traditionele diensten) óf met de nadelen van de evangelische gemeenten (zwakke theologie, zwakke organisatie).

Maar sommige nadelen hebben ze met elkaar gemeen, en dat is het gevaar dat de voorganger te veel macht toebedeeld krijgt, of zelf naar zich toe trekt. Waar is dat gevaar groter: bij de kerkelijken of bij de evangelischen? Dat maakt eigenlijk niet zoveel verschil; waar het werkelijk op aankomt, is de persoonlijkheid van de voorganger: hoe krachtiger die is, des te meer dreigt hij in de gemeente de baas te gaan spelen. Bij de kerkelijken helpt daarbij het ambt, dat de status van de voorganger zeer verhoogt. Bij de evangelischen helpt daarbij de (vermeende) zalving, die de status van de voorganger verhoogt. Hoe rechts-gereformeerder de voorganger is, des te hoger staat zijn ambt genoteerd en des te meer is hij dé ‘man Gods’. En hoe extreem-charismatischer de voorganger is, des te sterker is zijn (vermeende) zalving en des te meer is hij dé ‘man Gods’.

In beide gevallen is het resultaat maar al te vaak hetzelfde: een te grote macht, wat in zeer veel gevallen leidt tot machtsmisbruik. Immers, wie het tegen de traditioneel-kerkelijke voorganger opneemt, tast diens ambt aan, en wie het tegen de extreem-charismatische voorganger opneemt, tast diens zalving aan. De eerste persoon verheft zich daarmee tegen de Heer van de Kerk, en de tweede verheft zich tegen de Heilige Geest. In de praktijk komt die ‘zonde’ ongeveer op hetzelfde neer. Rechts-traditionele voorgangers en extreem-charismatische voorgangers hebben dan ook meer met elkaar gemeen dan je zo geneigd zou zijn te denken.

De traditioneel-kerkelijke voorganger is de enige man die ‘het weet’, want hij is (gewoonlijk) de enige in een gemeente die ervoor doorgeleerd heeft. De extreem-charismatische voorganger is de enige man die ‘het weet’, want hij ontvangt de rechtstreekse ingeving van de Geest. Het zijn sterke benen die deze weelde kunnen dragen! Gezocht: voorgangers met sterke benen!

In talloze gevallen gaat het eigenlijk best goed. Maar in veel gevallen ook niet. Dat blijkt wel uit de vele kerkscheuringen die we de laatste 115 jaar in Nederland beleefd hebben. In nagenoeg geen enkel geval ging het om écht serieuze zaken, zoals fundamentele dwaalleer (al wilde men dat soms wel beweren). Integendeel, gewoonlijk ging het om trieste botsingen van sterke persoonlijkheden; voor de kenners: denk maar aan 1907, 1926, 1944, 1953, 1967, 2003, 2004. Dat zijn trouwens ‘slechts’ zeven jaartallen. Onder de evangelischen zijn de scheuringen ontelbaar, omdat dat vanwege het ontbreken van een organisatorische structuur zo gemakkelijk gaat.

Een tweede punt is dat een sterke leider om zich te profileren gemakkelijk nieuwe theologische denkbeelden ontwikkelt. Daarbij hoeft het niet altijd om dwaalleringen te gaan die de grondslagen van het christelijk geloof raken, maar ze kunnen voldoende zijn om scheuringen teweeg te brengen. Ook hier kan dat bij de evangelischen veel gemakkelijker gebeuren, omdat bij hen geen stevig theologisch hekwerk om de leer staat. Een iegelijk doe wat goed is in zijn ogen.

Een derde punt is dat de leider valt voor het grote geld. Ik ben in een kerk in Azië geweest waarvan de voorganger al het collectegeld na afloop van de dienst zelf meer haar huis nam en in een reusachtige bolide reed. Of denk aan de Amerikaanse voorgangers die er zelfs een eigen vliegtuig op na houden en in paleizen wonen. Dat zal in Nederland toch niet zo gauw gebeuren.

Een vierde punt is dat de leider niet van de vrouwen kan afblijven. Het is in de praktijk steeds weer een van de grootste verzoekingen voor de voorganger. Hier gaan traditioneel-kerkelijken en evangelischen gelijk op; van beide groeperingen zijn heel wat droeve voorbeelden te noemen. De voorganger waant zich onaantastbaar in dit opzicht, zo lijkt het wel. Het kan dan ook lang duren voordat hij tegen de lamp loopt. Bij de evangelischen dreigt dan een hele gemeente uit elkaar te vallen, omdat er altijd mensen zijn die het voor de voorganger opnemen. Bij de kerkelijken zou je denken dat de strakke organisatie zo’n etterend lichaamsdeel gemakkelijk kan amputeren. Maar het geval van ds. V.d.A. over wie CIP onlangs berichtte, laat wel zien dat dat vaak nog helemaal niet zo gemakkelijk is. Vaak komt men niet verder dan de voorganger over te hevelen naar een andere gemeente, waar men niet zo ‘moeilijk’ doet. Dit is buitengewoon ergerlijk. Iedereen kan in de zonde ‘vallen’. Maar wie aanhoudend in de zonde van overspel leeft, moet onder tucht gesteld worden, voorganger of niet.

Macht corrumpeert maar al te vaak. Je ziet het aan de grote wereldleiders, aan de captains of industry, aan modekoningen en populaire topsporters, en… aan kerkleiders. Ik geloof in het bijbelse meervoudige leiderschap, waarbij de leiders elkaar in een gezond evenwicht houden. Formeel is dat ook het geval in de presbyteriaanse kerkstructuur; maar ook hier is de dominee feitelijk toch de primus inter pares. En voorgangers met een sterke persoonlijkheid steken vaak de hele kerkenraad of oudstenraad in hun zak. Dan liggen de gevaren op de loer. Kun je dan nog met Jezus zeggen: ‘Ik ben in jullie midden als één die dient (niet: heerst)’ (Luk. 22:25-27)?