Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Blog Post

218 Een nieuwe lente en een nieuw elan (!?)

01/03/2021 Column

Vandaag is het 1 maart, dat is het begin van de zogenoemde meteorologische lente (de astronomische lente begint dit jaar pas op 20 maart om 10:37). Er zijn volop sneeuwklokjes, krokussen en narcissen. En zeker na de warme week die achter ons ligt, lijken zelfs de vogels nestkriebels te krijgen.

De mooiste bijbelse passage over de lente is te vinden in Hooglied 2:8-14: ‘Hoor! Mijn lief! Kijk! Hij komt (…). Hij blikt door het venster, tuurt door de spijlen. Mijn lief roept mij toe: “Sta op, vriendin! Mooi meisje, kom! Kijk! De winter is voorbij, voorbij zijn de regens, weggegaan. De bloemen zijn verschenen op het veld, nu breekt de zangtijd aan, het koeren van de duif klinkt op het land. De vijgenboom is al vol vruchten, de wijnstok rankt en geurt. Sta op, vriendin, mooi meisje, kom! Mijn duif in de rotskloof, verscholen in de bergwand, laat mij je gezicht zien, laat mij luisteren naar je stem, want je stem is zo lieflijk, je gezicht zo bekoorlijk.”’

Ik stel me dat meisje voor, dat nog niets van de lente gezien heeft. Ze zit binnen te kleumen bij de kachel, alsof het nog volop winter is. Waarom komt ze niet naar buiten? Is ze bang? Is ze depressief? Ontmoedigd? Verbitterd? Waarom moet de verliefde jongeling zo smeken om haar naar buiten te laten komen? Kom kijken, de lente is aangebroken! Zie de bloemen en de vruchten, hoor de vogels, ruik de planten! Wat zit je daar verstopt als een bang duifje dat een schuilplaats in de bergwand zoekt?

Wat een toepasselijke passage voor deze tijd! Onze jeugd is voor een groot deel depressief geworden doordat de studiemogelijkheden en de sociale contacten afgeknepen zijn. Heel veel ondernemers, zoals in de horeca, zijn ontmoedigd, zo niet verbitterd: wordt het ooit nog wat met mijn bedrijf? Wanneer wordt het weer lente, niet alleen in de natuur, maar ook in het onderwijs en in ondernemend Nederland? Wanneer kunnen we in de kerk weer gewoon bij elkaar komen en uit volle borst zingen? Overal hoor je de klachten: ‘Ik heb er schoon genoeg van’ en ‘Ik ben er helemaal klaar mee’. Dan maar volle ic’s – we willen erop uit, de natuur in, de vrijheid in. Weg met de mondkapjes, weg met de avondklok!

Wie zou voor zulke klachten geen begrip hebben? Natuurlijk, het gevaar van het virus is nog lang niet geweken. Maar er komt een tijd dat we ons gaan afvragen wat erger is: doodziek worden aan corona – óf een totaal gedesillusioneerde jeugd, uitgemergelde ondernemers, letterlijk lege kerken en lege straten en pleinen?

Hoe dan ook – vandaag is het lente geworden. En het wordt ook figuurlijk weer ‘lente’ in Nederland, zodra het grootste deel van de bevolking gevaccineerd is. Op een dag gaan de cafés, de restaurants, de terrassen weer open. Op een dag kunnen we weer gewoon winkelen. Op een dag gooien we alle mondkapjes weg.

Pasen is pas 4 april, en dat is nog een eind weg; maar de ‘lijdenstijd’, de voorbereiding op Goede Vrijdag en Pasen, is al twaalf dagen aan de gang. Het joodse Pesach is een week eerder: het begint op de avond van 27 maart. Het is het lentefeest bij uitstek, in de eerste maand van het godsdienstige jaar: de lentemaand. Op de avond van Jezus’ opstandingsdag zaten de discipelen net zo bij elkaar als dat meisje in haar huisje: bang om naar buiten te komen. De discipelen zaten bijeen met de ramen en deuren gesloten, bang als ze waren voor de religieuze leiders (Joh. 20:19). De opgestane Heer komt bij hen, zoals de liefhebbende jongeling in Hooglied 2 bij zijn meisje komt. ‘Ik wens jullie vrede!’ zegt hij. Innerlijke vrede – geen angst, geen desillusie, geen bitterheid. Kom naar buiten! Een nieuwe lente, een nieuwe tijd is aangebroken! Ga erop uit en verkondig het evangelie! Zeg tegen de mensen dat je zelfs in coronatijd, als alles je tegen zit, vrede in je hart kunt hebben!

Misschien was het in Johannes 5 ook Pesach; het was in elk geval feest. Jezus gaat op bezoek in Bethesda, waar een man ligt die al 38 jaar ziek is. Hij heeft geen enkele hoop meer. Als Jezus hem vraagt: ‘Wil je gezond worden?’ zegt hij: ‘Ik heb geen mens om me te helpen’. Typisch de taal van gedesillusioneerde en verbitterde mensen. Hij zit in zijn ‘huisje’, terwijl ‘buiten’ de lente is aangebroken. Jezus moet hem helpen om weer te lopen en de lentewereld te kunnen binnengaan. Maar dan huppelt hij ook!

Een van de somberste, verbitterdste passages in de Bijbel is het slot van Jeremia 20 (vs. 14-18): ‘Vervloekt is de dag waarop ik ben geboren, de dag waarop mijn moeder mij baarde. Die dag mag niet gezegend zijn. Vervloekt is de man die mijn vader het goede nieuws bracht, en riep: “U hebt een kind, een jongen!” (…) Had [God] me maar in de schoot gedood (…). Waarom moest ik de moederschoot verlaten? Ik heb alleen maar verdriet en pijn, ik slijt mijn dagen in schande.’ Wat Jeremia nodig had, was de ‘lenteregen’, waarover hij zelf spreekt (3:3; 5:24). En dat was in feite de Heer Zelf. Zoals Hosea zegt (6:3): ‘… Dan zullen wij hem kennen, ernaar jagen om de Heer te kennen. Even zeker als de dageraad zal hij komen, hij komt naar ons als milde regen, als de lenteregen die de aarde drenkt.’

Ik bid elke dag dat voor heel veel mensen in ons land (en ver daarbuiten) echt de lente mag doorbreken, niet alleen om hen heen, maar in hun ziel. Wat ze nodig hebben, is niet slechts een nieuwe lente, maar nieuwe hoop.