206 Hoe gereformeerd zijn Arnold Huijgen – en ik?
Met genoegen las ik jl. vrijdag op cip.nl het interview met collega Arnold Huijgen over een nieuwe studie aan de Theologische Universiteit Apeldoorn. Het is altijd mooi als een theologisch opleidingsinstituut de moed heeft nieuwe wegen in te slaan. Zoals een nieuwe cursus over de ‘herbronning’ (wat dat ook moge zijn) van de ‘gereformeerde theologie’.
Mij trof vooral de volgende zin: ‘Het hart van de gereformeerde theologie is dat je altijd begint bij de Bijbel en dat het altijd draait om Christus.’ De eerste vraag die bij me opkwam, was deze: Klopt deze zin wel logisch? Als ze mij zouden vragen: Wat is het hart van de evangelicale theologie, dan zou ik kunnen antwoorden: ‘Het hart van de evangelicale theologie is dat je altijd begint bij de Bijbel en dat het altijd draait om Christus.’ En ik denk dat, als je aan een orthodoxe lutheraan of anglicaan zou vragen wat het hart van de lutherse resp. anglicaanse theologie is, hij hetzelfde antwoord zou kunnen geven. Ik zou me zelfskunnen voorstellen dat, als je een modern-orthodoxe (bijv. een charismatische) rooms-katholiek hetzelfde zou vragen, je een soortgelijk antwoord zou kunnen krijgen – hoewel ik toegeef dat hier het woord ‘kerk’ al heel vroeg in de definitie zou opduiken.
Nu wat die logica betreft: kun je zeggen dat de gereformeerde, de evangelicale en de lutherse theologie precies hetzelfde ‘hart’ hebben? Daar heb ik een tijdje over na zitten denken, en mijn antwoord is: ja en nee.
Eerst wat het ja betreft. Als je voor de brandstapel staat (of op je sterfbed ligt), dan gaat het niet meer om alle mogelijk theologische verschillen, maar dan begin én eindig je bij de Bijbel en ‘draait alles uiteindelijk om Christus’. Gerard de Korte, rooms-katholiek bisschop van Den Bosch, heeft als devies Confidens in Christo, ‘Vertrouwend op Christus’. Luther zei dat het in de Bijbel gaat om was Christum treibet, ‘wat Christus centraal stelt’. Evangelicalen leggen grote nadruk op ‘het evangelie’ (net als Luther – daarom heet ‘zijn’ kerk Evangelische Kirche), en dat is het evangelie aangaande Gods Zoon, en niemand anders (Rom. 1:1-3). Heel verschillende theologieën kunnen best hetzelfde ‘hart’ hebben. Maar dat ‘hart’ is, om nauwkeurig te zijn, dan niet het hart van de gereformeerde theologie, maar van het christelijk geloof.
Dat brengt me vanzelf bij het nee. Als je een cursus geeft over het hart van de gereformeerde theologie en je krijgt de vraag: Omschrijf dat hart eens – dan kun je moeilijk het antwoord van Huijgen geven. Dan moet je juist een antwoord geven waarin je duidelijk maakt waarin die gereformeerde theologie verschilt van andere theologieën. Ik heb dat wel vaker gemerkt: ook andere gereformeerde theologen heb ik horen zeggen dat het de gereformeerden gaat om de Bijbel en om Christus – alsof dat voor andere christenen niet geldt! Ik weet zeker dat Huijgen het zo niet bedoelt, maar het is goed er toch weer eens op te wijzen.
Wat die nieuwe cursus betreft, zou ik juist razend nieuwsgierig zijn naar de manier waarop die cursus de gereformeerde theologie van andere orthodox-christelijke theologieën onderscheidt. (Met ‘orthodox’ bedoel ik voor het gemak: gebaseerd op de Geloofsbelijdenis van Nicea.) Wat is kenmerkend voor een gereformeerde theoloog wat je bij andere orthodoxe (evangelicale, lutherse, anglicaanse, rooms-katholieke) theologen niet vindt? Dat krijgen we maar zelden te horen. Ik dacht dat het de gereformeerde filosoof Dirk H.Th. Vollenhoven was die zei dat de gereformeerde theologie zich onderscheidt van andere (orthodoxe) theologieën in slechts twee opzichten:
(1) De leer van de dubbele predestinatie (God heeft een deel van de mensheid van eeuwigheid voorbestemd voor het eeuwig heil en het andere deel van de mensheid van eeuwigheid voorbestemd tot eeuwige verdoemenis).
(2) De leer van (de centraliteit van) het verbond (de relatie tussen God en de mens is per definitie altijd verbondsmatig – waarbij gereformeerden hopeloos verschillen over de vraag hoeveel verbonden er zijn en wat de aard van die verbonden is).
Als je een orthodox christen bent die bovendien deze twee punten aanhangt, dan ben je gereformeerd; als je een orthodox christen bent die deze twee punten niet aanhangt (zoals ik), dan ben je niet (goed) gereformeerd. Of misschien ben ik ‘een beetje’ gereformeerd? Punt één: ik geloof namelijk wel dat God een deel van de mensheid van eeuwigheid heeft voorbestemd voor het eeuwig heil, maar niet dat Hij het andere deel van de mensheid van eeuwigheid heeft voorbestemd tot eeuwige verdoemenis. Punt twee: ik geloof dat het begrip ‘verbond’ in de Bijbel een veel centralere plaats inneemt dan veel evangelicale (en lutherse en anglicaanse) theologen zich lijken te realiseren – maar ik geloof niet dat de relatie tussen God en de mens per definitie altijd verbondsmatig is (zo zijn gelovigen kinderen van God, en dat is veel grootser). Ik heb trouwens de indruk dat nogal wat ‘gereformeerde’ theologen in deze twee opzichten aardig op dezelfde lijn zitten als ik.
Ik zou over deze dingen best eens de mening van collega Huijgen willen horen:
(a) Is hij het eens met wat ik over het ‘hart’ van de gereformeerde theologie heb gezegd?
(b) Zou hij eens enkele exclusieve kenmerken van de gereformeerde theologie willen opnoemen, die je bij andere Niceaanse protestanten niet vindt?
(c) Zou hij zichzelf nog 100% ‘gereformeerd’ noemen (met name wat de twee genoemde punten betreft), en vindt hij het goed dat ik mijzelf ook ‘een beetje’ gereformeerd noem?
(d) En dan nog een bonusvraag: is hij het met me eens dat bevindelijk-gereformeerden en Kuyperiaans-gereformeerden minstens zoveel van elkaar verschillen als zij samen van evangelicalen, lutheranen en anglicanen verschillen? Met andere woorden: wie maakt uit wat echt ‘gereformeerde theologie’ is en waarin die verschilt van andere Niceaans-protestantse theologieën?
Ik ben benieuwd naar Huijgens antwoorden!