187 Dubbelgoud
Misschien denk jij bij ‘dubbelgoud’ aan deelnemers op de Olympische Spelen (die nu hadden moeten plaatsvinden) of andere sportwedstrijden die twee keer een gouden medaille hebben gewonnen. Vind ik ook leuk. Of aan een bepaalde uitvoering van bladgoud. Zegt me minder. Of aan een album van Piet Veerman. Zegt me nog minder. Nee, als ik aan dubbelgoud denk, beweegt mijn ziel zich in heel wat hogere sferen. Dan denk ik aan Johann Gottlieb Goldberg (1727-1956, slechts 39 geworden) en aan Glen Gould (1932-1982, slechts 50 geworden; de familienaam was oorspronkelijk Gold, maar was niet joods, net zomin als Goldberg; Goulds maternale grootvader was een neef van Edward Grieg).
Goldberg en Gould! De echte kenners veren nu natuurlijk meteen overeind. De anderen kijken me nogal glazig aan. Wel, hier is de ontknoping. In 1741 publiceerde Johann Sebastian Bach een ‘klavieroefening bestaande uit een aria met verscheidene variaties voor het klavecimbel met 2 manualen’. De aria (een lieflijke sarabande) vinden we al in het bekende Notenbüchlein(‘Notenboekje’) van zijn vrouw, Anna Magdalena Bach (1740), maar de variaties heeft Bach – volgens één verhaal – gecomponeerd voor de Russische gezant aan het Saksische hof te Dresden, en wel ten behoeve van de vermaarde cembalist Goldberg, die in dienst van de gezant stond. Volgens deze overlevering wilde de gezant graag een paar muziekstukjes van Bach, die de cembalist hem in slapeloze nachten kon voorspelen. Op dat verhaal valt wel wat af te dingen; zo was Goldberg in 1741 pas 14 en de uitgave van dat jaar vertelt helemaal niet dat het werk aan de gezant was opgedragen. Niettemin zijn deze variaties sindsdien onveranderlijk de Goldberg-variaties genoemd. Je kunt wel zeggen dat het allerbelangrijkste wat over het leven van meneer Goldberg gezegd kan worden is dat hij zijn naam aan deze variaties geleend heeft (en ze vermoedelijk toch ook gespeeld heeft). En dat zegt wat, want de Goldberg-variaties behoren inmiddels tot de beroemdste klavierstukken die ooit gecomponeerd zijn. Tegenwoordig worden ze vaak op de piano uitgevoerd, maar er zijn ook bewerkingen voor strijktrio, voor blazersensemble, voor strijkorkest en voor compleet orkest.
Misschien hadden tot 1955 nog niet eens zoveel mensen van dit muziekwerk gehoord. Maar toen kwam het tweede goud tevoorschijn. Dat was de geniale, maar ook excentrieke, solitaire, bizarre Canadese pianist Glenn Gould. Mede door diens vroege dood is Gould uitgegroeid tot legendarische proporties als een van de beroemdste pianisten van de twintigste eeuw. En dat terwijl hij al met 31 ophield met concerten te geven om zich toe te leggen op perfecte studio-opnamen. Excentriek inderdaad: de temperatuur in de studio moest altijd precies even hoog – heel hoog – zijn. Hij was zo gevoelig voor kou dat hij vaak handschoenen met afgeknipte vingers droeg. Gould zat heel laag voor de piano, waardoor zijn handen heel hoog lagen, en hij neuriede altijd zachtjes mee, wat de arme opnametechnici horendol maakte. Vanwege deze en vele andere rare maniertjes moet de beroemde dirigent George Szell eens gezegd hebben: “Die gek is een genie.’ Geniaal, maar wel geschift (naar onze alledaagse, saaie maatstaven van wat ‘normaal’ is – maar genieën zijn nooit normaal).
Glen Gould was pas 23 jaar oud toen hij een grammofoonplaat met zijn pianoversie van de Goldberg-variaties op de markt bracht (1955). Ondanks de eigenzinnige en vaak krankzinnig snelle uitvoering waren de critici laaiend enthousiast. Het werd een van bestverkochte platen in die tijd. Eindelijk leerde een enorme massa mensen de Goldberg-variaties kennen! Interessant genoeg heeft Gould in 1981 een tweede uitvoering op de markt gebracht, ditmaal in digitale vorm. Deze uitvoering is bezonnener en langzamer – maar daarom niet per se ‘beter’ dan de revolutionaire 1955-editie (al zullen de discussies daarover natuurlijk nooit verstommen). In elk geval heeft Goulds tweede uitvoering er nóg krachtiger toe bijgedragen dat de Goldberg-variaties bij een groot publiek bekend zijn geworden.
Gould kreeg voor de tweede versie twee Grammy Awards! Toch zou je voor een eerste kennismaking beter eerst naar een meer conventionele uitvoering moeten luisteren. Je zou bijvoorbeeld de opname de Duits-Japanse pianiste Kimiko Ishizaka kunnen nemen (2014); als je die op Youtube beluistert, heb je er meteen de noten bij (plus de irritante advertentie-onderbrekingen). Trouwens, ook de twee Glen-edities vind je op Youtube.
Misschien ben je niet zo’n fan van Bach. Dat kan gebeuren – je hebt ook mensen die toondoof zijn; die kunnen dat niet helpen – maar ze missen wel geweldig veel. Maar misschien heb je dan wel die twee films gezien met Anthony Hopkins in de hoofdrol: The Silence of the Lambs (1991) en Hannibal (2001), gebaseerd op romans van Thomas Harris. Hier horen wij wat ‘Hannibal Lecters’ lievelingsmuziek is: ja, Bachs Goldberg-variaties! Je hoort ze in de eerste film liefelijk op de achtergrond, terwijl Hannibal op gruwelijke wijze twee bewakers vermoordt. Of je de variaties daardoor ‘mooier’ gaat vinden is de vraag; maar ze zullen daardoor wel langer in je geheugen blijven hangen. (De moordscène is eveneens op Youtube te vinden – mét de bijbehorende muziek.)
De Goldberg-variaties komen ook in verschillende Nederlandse romans voor: zo is daar de roman Contrapunt van Anna Enquist (2008), waarin de vrouwelijke hoofdpersoon zich op deze muziek stort om het verlies van haar dochter te boven te komen. En Leon de Winter publiceerde in 2015 zijn roman Geronimo, waarin een Afghaans meisje hartstochtelijk verliefd raakt op de Goldberg-variaties. De roman bestaat net als de variaties uit precies 32 delen.En ten slotte: kort voordat er een einde kwam aan Matthijs van Nieuwkerks tv-programma De wereld draait door deed hij zijn kijkers het genoegen maar liefst drie Nederlandse pianisten (Willem Brons, Hannes Minnaar en Jan-Willem Rozenboom) uit te nodigen om deeltjes uit de Goldberg-variaties te spelen. Naar aanleiding van het pas verschenen boek van Phillip Kennicott, getiteld… De Godbergvariaties: Een verhaal over Bach en rouw.