Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Blog Post

Psalmendagboek Dag 39: Psalm 22:1-6

02/09/2023 Column

We hoeven er niet aan te twijfelen dat deze Psalm allereerst een situatie uit Davids eigen tijd beschrijft. We horen hier óf de stem van David zelf tijdens een van zijn beproevingen, óf de stem van de getrouwen in Israël in hún beproevingen, tot in de ‘grote verdrukking’ aan toe (Matt. 24:21). Tegelijk wordt er zo opvallend vaak naar deze Psalm (zie vs. 2, 6, 8, 9, 17, 19, 23) verwezen in het Nieuwe Testament dat het Messiaanse karakter ervan voor christenen overduidelijk is.

In vers 1 is sprake van ‘De hinde van de dageraad’; dat zal wel de naam van een bekende melodie uit Davids tijd geweest zijn, maar tevens herinnert de hinde ons aan 18:34 en 42:2: er is toekomst en uitzicht voor de getrouwen.

‘Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten? [Waarom bent U zo] ver van mijn verlossing, van de woorden van mijn jammerklacht (letterlijk: mijn brullen, zoals een leeuw doet)?’ (vs. 2). De eerste negen woorden (in het Hebreeuws vier woorden: Eli, Eli, lama azavtani) zijn de woorden die Jezus uitsprak aan het kruis (Matt. 27:46 Eli, Eli, lama sabachtani; Mark. 15:34, Eloï). Hij citeerde maar niet simpelweg een psalmvers, nee, alleen Hij werd, als enige gelovige mens ooit, werkelijk door God ‘verlaten’. De rechtvaardige wordt nooit door God verlaten (37:25). Maar toen Christus op het kruis ‘tot zonde gemaakt’ was (2 Kor. 5:21), moest een heilig en rechtvaardig God zijn aangezicht van Hem afwenden.

Toch kunnen de getrouwen het soms wel degelijk zo beleven dat God hen in de steek gelaten heeft, en Christus maakt Zich hier in de Geest één met hen: ‘Mijn God, ik riep overdag, maar U antwoordt niet, en ’s nachts, maar ik vind geen rust’ (vs. 3). Door de vermelding van dag en nacht zien we dat de tekst veel verder gaat dan Christus’ drie uren van duisternis aan het kruis.

‘Toch bent U heilig (dus hoe kunt U mij nu verlaten? Maar in het geval van Christus: juist omdat U heilig bent, moest U Mij verlaten), U die troont op de lofzangen van Israël (die tot God opstijgen en daar een erezetel voor Hem vormen)’ (vs. 4). ‘Op U hebben onze (voor)vaders vertrouwd (dit ‘onze’ sluit opnieuw de getrouwen in het algemeen in); zij hebben vertrouwd en zijn uitgered. Tot U hebben zij geroepen en ontkwamen; op U hebben zij vertrouwd en zijn niet beschaamd uitgekomen’ (vs. 5-6). Wat een groot verschil met mij, die wel verlaten ben, bedoelt David.