Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Blog Post

Psalmendagboek Dag 33: Psalm 19:1-7

27/08/2023 Column

Deze Psalm van David heeft twee heel verschillende thema’s, die tegelijk nauw met elkaar samenhangen. Het gaat om de twee wijzen waarop God Zich vanouds aan mensen geopenbaard heeft: door de schepping (vs. 2-7) en door het Woord (vs. 8-15; naderhand heeft Hij Zich ook nog op een derde wijze geopenbaard: in en door zijn Zoon; Hebr. 1:1-2).

Ten eerste is daar de schepping: ‘De hemelen verkondigen de heerlijkheid van God (d.i. ‘zijn eeuwige kracht en goddelijkheid’, Rom. 1:20) en het uitspansel (vgl. Gen. 1:6-8) toont het werk van zijn handen (d.i. zoiets moois kan niet vanzelf ontstaan – daar zit een Bouwer achter). Elke dag stort uit aan de volgende dag het verhaal (van Gods macht, die elke dag zijn zon laat op- en ondergaan over bozen en goeden; Matt. 5:45), en elke nacht toont aan de volgende nacht kennis (nl. van Gods macht die zich toont in maan en sterren). Dat gebeurt allemaal zonder stem, zonder geluid, zonder woorden (het is een boodschap door beeld alleen). Hun boodschap (letterlijk: meetsnoer, dat de reikwijdte van de wereld aangeeft) gaat uit over de hele aarde en hun (onhoorbare) woorden tot het einde van de wereld’ (vs. 2-5a; zie de toepassing daarvan op het evangelie in Rom. 10:18).

Vers 5b-7 handelt speciaal over de zon. Dat is in het Nederlands een vrouwelijk woord, maar in het Hebreeuws een mannelijk woord; vandaar de vergelijking met een bruidegom, niet een bruid (vgl. Jes. 61:10; 62:5). Voor vele volken was de zon een afgod (de zonnegod), maar in de Bijbel is het ‘slechts’ een van Gods schepselen (Gen. 1:14-18): ‘In de hemelen heeft God een tent gespannen voor de zon, die naar buiten komt als een bruidegom die zijn kamer verlaat en als een sterke man (of krijgsman, die de strijd tegen de duisternis aanbindt) met blijdschap zijn loop volbrengt. Zijn opkomst is vanuit het einde van de hemel (in het oosten) en zijn loop tot aan het (andere) einde daarvan (in het westen), en er is niets dat verborgen is voor zijn hitte’ (vgl. Pred. 1:5).

Het is van belang te bedenken dat ook Christus vergeleken wordt met de zon; Hij is de ‘zon der gerechtigheid’ van Maleachi 4:2. En driemaal wordt zijn stralende heerlijkheid vergeleken met de glans van de zon (Matt. 17:2; Hand. 26:13; Openb. 1:16 [vgl. ook 10:1]). Net zoals het geschreven Woord van God (vs. 8-15) herinnert elke zonsopgang ons aan de spoedige komst van de Messias.